Thema 3 BS2 De bloedsomloop

De bloedsomloop
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De bloedsomloop

Slide 1 - Diapositive

Welke organen horen bij het bloedvatenstelsel?

Slide 2 - Question ouverte

Bloedvatenstelsel
  • Hart
  • Alle bloedvaten

Slide 3 - Diapositive

Welke 3 typen bloedvaten zijn er?

Slide 4 - Question ouverte

3 typen bloedvaten
  • Slagaders --> weg van het hart, richting de organen
  • Haarvaten --> in de organen, 1 cellaag dik
  • Aders --> weg van de organen, richting het hart

Slide 5 - Diapositive

Slagader
  • Wand is dik, gespierd en elastisch
  • Bloeddruk hoog
  • Liggen diep in het lichaam 
  • Polsslag

Slide 6 - Diapositive

Haarvaten
  • Bloeddruk neemt af
  • Wand is 1 cellaag dik
  •  Stofwisseling

Slide 7 - Diapositive

Ader
  • Wand is dunner en minder elastisch
  • Bloeddruk laag
  • Liggen minder diep in het lichaam 
  • Kleppen
  • Geen hartslag voelbaar

Slide 8 - Diapositive

Ader
Slagader
Haarvat
Dikke, stevige, elastische wand.
Bevat kleppen
Bevat (bijna) geen kleppen
Dunne minder elastiche wand.
Hierin stroomt bloed van het orgaan naar het hart.
Hierin stroomt bloed van het hart naar het orgaan.
Bloeddruk is hoog.
Bloeddruk is laag.
Liggen minder diep in het lichaam.
Liggen dieper in het lichaam.
Wand is 1 cel laag dik.
Sterk afnemende bloeddruk.
Vormen in een orgaan een haarvatennet.

Slide 9 - Question de remorquage

Waar moet het bloed naartoe?

Slide 10 - Carte mentale

Bloedsomloop --> de weg die het bloed aflegt door het lichaam

Slide 11 - Diapositive

Kleine bloedsomloop
  • Route: Hart --> Longen     --> Hart
  • Doel: Koolstofdioxide afgeven, zuurstof opnemen
  • Als het bloed terug gaat naar het hart is het zuurstofRIJK

Slide 12 - Diapositive

Grote bloedsomloop
  • Route: hart -->organen--> hart
  • Doel: Zuurstof en glucose afgeven aan organen
  • Als het bloed terug gaat naar het hart is het zuurstofARM

Slide 13 - Diapositive

Zet de onderdelen van de KLEINE bloedsomloop in de juiste volgorde
Linker harthelft
Longen
Rechter harthelft

Slide 14 - Question de remorquage

Zet de onderdelen van de GROTE   bloedsomloop in de juiste volgorde
Organen
Linker harthelft
Rechter harthelft

Slide 15 - Question de remorquage

Wat betekent het begrip dubbele bloedsomloop?
A
De weg die het bloed aflegt door het lichaam
B
Het bloed gaat 2x door het hart
C
Het bloed gaat van het hart naar de longen
D
Het bloed gaat van het hart naar de organen

Slide 16 - Quiz




Bloedvaten worden genoemd naar het orgaan waar ze heen gaan (slagader) of het orgaan waar ze vandaan komen (ader)

Slide 17 - Diapositive

Sleep de namen naar de juiste bloedvaten 
Nierslagader
Longader
Leverader
Poortader
Aorta
Longslagader

Slide 18 - Question de remorquage