BSR 4/3 u3bd Taalverzorging H3 voltooid deelwoord

Open je boek alvast op blz. 112-113.
Log alvast in op LessonUp
(de code staat  linksonder in beeld).

blz. 112-113 : Taalverzorging H3
Het voltooid deelwoord
Voordat we beginnen:
Welkom U3BD
Hoofdstuk 3
SMAAK
timer
3:00
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Open je boek alvast op blz. 112-113.
Log alvast in op LessonUp
(de code staat  linksonder in beeld).

blz. 112-113 : Taalverzorging H3
Het voltooid deelwoord
Voordat we beginnen:
Welkom U3BD
Hoofdstuk 3
SMAAK
timer
3:00

Slide 1 - Diapositive

Waar werken in deze les naartoe?
  • Je kunt bepalen of een (lang) onderwerp enkelvoud of meervoud is.
  • Je kunt voltooid deelwoorden goed spellen.
  • Je kunt de verlengproef en 't kofschip op de juiste manier gebruiken.

Slide 2 - Diapositive

Deze les                45 minuten
Starten met Taalverzorging H3: spelling
Uitleg voltooid deelwoord
Oefenen in LessonUp
Zelfstandig oefenen
Gezamenlijk terug- en vooruitblikken
15 minuten
10 minuten
10 minuten
10  minuten

Slide 3 - Diapositive

Deze week: 
Taalverzorging H3 deel 2.

Woensdag 13 maart: 
Toets Woordenschat H3 en Taalverzorging H3.


De planning

Slide 4 - Diapositive

Persoonsvorm:
enkelvoud of meervoud?
De persoonsvorm en het onderwerp horen bij elkaar. Als het onderwerp enkelvoud is, moet je de persoonsvorm ook in het enkelvoud schrijven. Als het onderwerp meervoud is, moet de persoonsvorm ook in het meervoud staan. 

Soms is het moeilijk om te bepalen of het onderwerp enkelvoud of meervoud is.

Slide 5 - Diapositive

Persoonsvorm:
enkelvoud of meervoud?
Alle spelers van het zaalvoetbalteam vierden feest na de overwinning.
Het gaat hier om meerdere spelers, dus de persoonsvorm 'vierden' schrijf je ook in het meervoud.

De kudde schapen liep midden op de weg. Het gaat hier maar om één kudde, dus je schrijft de persoonsvorm 'liep' in het enkelvoud.

De schapen liepen midden op de weg. Het gaat hier om meerdere schapen, dus je schrijft de persoonsvorm 'liepen' in het meervoud.

Slide 6 - Diapositive

Kies het juiste onderwerp.

De hele familie heeft zin in de bruiloft.
A
De hele familie
B
familie
C
heeft
D
de bruiloft

Slide 7 - Quiz

Is het onderwerp enkelvoud of meervoud?

De hele familie heeft zin in de bruiloft.
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 8 - Quiz

Kies het juiste onderwerp.

Na de voorstelling klapte het enthousiaste publiek.
A
de voorstelling
B
klapte
C
het enthousiaste publiek
D
publiek

Slide 9 - Quiz

Is het onderwerp enkelvoud of meervoud?

Na de voorstelling klapte het enthousiaste publiek.
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 10 - Quiz

 Het voltooid deelwoord (blz. 112).

Slide 11 - Diapositive

Startopdracht samen maken (blz. 112).

Slide 12 - Diapositive

Het voltooid deelwoord

Slide 13 - Diapositive

Sterke werkwoorden
Zwakke
werkwoorden
Sterke werkwoorden zijn sterk genoeg om in de verleden tijd van vorm te veranderen.
lopen - liepen
zoeken - zochten
gaan - gingen
Zwakke werkwoorden zijn niet sterk genoeg om in de verleden tijd van vorm te veranderen.
hopen - hoopten
maken - maakten
bestellen - bestelden


Slide 14 - Diapositive

VD van sterke werkwoorden
Het voltooid deelwoord van vrijwel alle sterke werkwoorden eindigt op -en of -n:
                 Ik heb heerlijk geslapen.
                 Wij hebben gisteren pasta gegeten.
                 Hij heeft het niet gedaan!
Bij het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden schrijf je wat je hoort. Hij heeft zijn band geplakt.

Slide 15 - Diapositive

Dus:
Sterke werkwoord
voltooid deelwoord eindigt op -(e)n:
smelten - smolten: Het ijs is gesmolten.

Zwakke werkwoord
voltooid deelwoord eindigt op -t of -d :
maken - maakten: Zij hebben wat moois gemaakt.

Slide 16 - Diapositive

Je kunt niet altijd horen of een voltooid deelwoord op een -t of een -d eindigt. Weet je niet of een voltooid deelwoord op een –t of –d eindigt? Gebruik dan:
  • De verlengproef (langer maken).
  • Of ’t ex kofschip.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Kenmerken voltooid deelwoord
  • Een voltooid deelwoord begint bijna vaak met
      ge–, be-, ver-, ont-.
  •  Een voltooid deelwoord eindigt op –en, –t of –d.
  •  Bij een voltooid deelwoord hoort altijd een hulpwerkwoord.
        De meest voorkomende hulpwerkwoorden zijn : zijn,
        hebben  en worden.
  •  het VD staat meestal achteraan in de zin.

Slide 19 - Diapositive

VD als bijvoeglijk naamwoord
  • Een voltooid deelwoord kan ook gebruikt worden als een bijvoeglijk naamwoord. Je  schrijft het dan  zo kort en zo eenvoudig mogelijk!

De trui is gebreid - de gebreide trui.
Het werkstuk is geprint - het geprinte werkstuk.
De toets is gemaakt - de gemaakte toets.

Slide 20 - Diapositive

Noteer het voltooid deelwoord:
Ik heb het hem gisteren ... (vertellen)

Slide 21 - Question ouverte

Vul het voltooid deelwoord in.
Gisteren hebben wij de hele avond ...(dansen)

Slide 22 - Question ouverte

Vul het voltooid deelwoord in.
Ik heb heel hard ....(rennen)

Slide 23 - Question ouverte

Vul het voltooid deelwoord in.
Gisteren ben ik om vier uur naar huis ... (gaan).

Slide 24 - Question ouverte

Vul het voltooid deelwoord in.
Ik heb wel 10 minuten ... (fietsen)

Slide 25 - Question ouverte

Noteer het voltooid deelwoord:
De appel wordt in stukjes ... (snijden)

Slide 26 - Question ouverte

Noteer het voltooid deelwoord:
Heeft je zus haar tas al ... (pakken)?

Slide 27 - Question ouverte

Noteer het voltooid deelwoord:
Ik ben gister naar school ... (lopen)

Slide 28 - Question ouverte

Kies de juiste spelling van het voltooid deelwoord van:

ontdooien
A
ontdooid
B
ontdooit
C
geontdooid
D
geontdooit

Slide 29 - Quiz

voltooid deelwoord
van raadplegen

Slide 30 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord?
jammeren

Slide 31 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord?
geloven

Slide 32 - Question ouverte

Voltooid deelwoord
/
/

Slide 33 - Diapositive

Uitlegfilmpje

Slide 34 - Diapositive

Wat?
Hoofdstuk 3: Smaak (blz. 112-113) Taalverzorging H3.
Het voltooid deelwoord.
Opdracht 1 t/m 3.
Hoe?
In je boek. Zelfstandig. Muziek mag (met oordopjes).
Hulp
Steek je vinger op als je iets niet begrijpt. 
Tijd
Acht minuten.
Klaar?
Oefen verder in de online trainer (Magister -> leermiddelen) of leer de woorden van
Woordenschat H3 (figuurlijk taalgebruik).
Oefenen voor de toets 
timer
8:00

Slide 35 - Diapositive

Waar werken in deze les naartoe?
  • Je kunt bepalen of een (lang) onderwerp enkelvoud of meervoud is.
  • Je kunt voltooid deelwoorden goed spellen.
  • Je kunt de verlengproef en 't kofschip op de juiste manier gebruiken.

Slide 36 - Diapositive

'Ik weet wanneer een onderwerp enkelvoud of meervoud is.'
0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel
010

Slide 37 - Sondage

'Ik kan voltooid deelwoorden correct spellen.'
0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel
010

Slide 38 - Sondage

Slide 39 - Diapositive

Als je het voltooid deelwoord (vd) goed wil spellen kun je gebruik maken van ...
A
de verlengproef
B
't sexy fokschaap (of 't kofschip)
C
Kan beide

Slide 40 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 41 - Question ouverte

Schrijf het voltooid deelwoord op de goede manier:
Heb je nu het voltooid deelwoord............... (snappen)?

Slide 42 - Question ouverte

De presentator ... (hebben) in een half uur al veel informatie ... (vertellen).

Slide 43 - Question ouverte

Oefen met het voltooiddeelwoord

Slide 44 - Diapositive

Neem deel onze LessonUp klas
Wat kun je hier vinden?
  • LessonUps
  • Video's
  • Handige websites 

Klassencode:
u3bd: uecuk

Slide 45 - Diapositive