Klas 2 week 13 2022 les 1

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Bonjour et 

bienvenue!

Bienvenu(e)s!

Lesdoelen (buts)

Je gaat nieuwe Franse woorden leren die te maken hebben met winkels en afspraken maken

Wat ga je doen?

Ga naar Naslag Arrêt Chapitre 6

Schrijf in jouw vocabulaireschrift/map 

met een vouw in het midden

links: Frans rechts: Nederlands

Beluister de uitspraak

de woorden/zinnen van voca B op

Klaar? Bedek de Nederlandse vertaling en kijk welke zinnen je al kent. Werk met * en potlood

Lesdoelen/buts

Aan het eind van de les:

- Weet ik hoe ik het vraagwoord quel in het Frans moet gebruiken

Qu' est-ce qu'on va faire?

Je gaat kijken naar een instructiefilmpje over het vraagwoord

quel

Na het kijken, ga je dit toepassen.

https:

Quel - quels - quelle - quelles?

Voorbeeld: la ville = de stad -> welke stad = quelle ville

le plan = de plattegrond -> welke plattegrond ?= ...............

la boulangerie = de bakker -> welke bakker? = .................

les supermarchés (mnl) = de supermarkten -> welke supermarkten = .........

les boucheries (vrl) = de slagerijen -> welke slagerijen? = .......

Les réponses

Voorbeeld: la ville = de stad -> welke stad = quelle ville

le plan = de plattegrond -> welke plattegrond ?=quel plan?

la boulangerie = de bakker -> welke bakker? = quelle boulangerie?

les supermarchés (mnl) = de supermarkten -> welke supermarkten = quels supermarchés?

les boucheries (vrl) = de slagerijen -> welke slagerijen? = quelles boucheries?

Maak de juiste combinatie

Quel est                                             les numéros de téléphone?

Quelle est                                         les questions?

Quels sont                                       le numéro de téléphone?

Quelles sont                                    la question?

Les réponses

Quel est  le numéro de téléphone? = Wat is het tel.nr.?

Quelle est la question? = Wat is de vraag?

Quels sont les numéros de téléphone? = Wat zijn de tel.nrs.?

Quelles sont les questions? = Wat zijn de vragen?

Le sport

1. quels
2. quelle
3. quel
4. quelles

Les matières (v)

1. quel
2. quelles
3. quels
4. quelle

La classe

1. quel
2. quels
3. quelles
4. quelle

............... est ton jean préféré?

1. quels
2. quelles
3. quel
4. quelle

......... sont tes matières préférées?

1. quel
2. quelle
3. quels
4. quelles

........est le pays le plus peuplé du monde?

1. quels
2. quelle
3. quel
4. quelles

Presque la fin du cours!

1. Qu'est-ce que tu as appris?

2. Qu'est-ce que tu ne comprends pas encore? -> DPF

Klaar? Ga zelfstandig aan de slag met de weektaak

Maken van de oefeningen en/of leren van de vocabulaire

In stilte werken zolang de timer loopt.

Au revoir