Het voltooid deelwoord

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Het voltooid deelwoord

lesdoel 

Aan het einde van deze les weet je wat het voltooid deelwoord is en heb je geoefend met werkwoordspelling.

..... (scoren) je wel eens een doelpunt?

1. scoor
2. scoort
3. scoren
4. scoord

Piet en Jan ....... door het bos.

1. Loop
2. Loopt
3. Lopen

Hij zegt dat hij van haar ....... .

1. houd
2. houdt
3. houden

Gisteren ..... Irene in Delft

1. werktte
2. werkte
3. werkde

Wat is het voltooid deelwoord

• Het voltooid deelwoord geeft aan dat iets afgerond is, het is voorbij.
  
• Je herkent het vaak aan -ge/-be
• Ik heb lang gezwommen / ik zwem nu niet meer.
  
• Het vd is – anders dan de persoonsvorm – een werkwoord dat niet van vorm verandert.
  

• Voltooid deelwoord eindigt nooit op -dt
• Werkwoord in verleden tijd zetten
• Staat er in de verleden tijd een -d? Dan schrijf je een -d
• Staat er in de verleden tijd een -t? Dan schrijf je een -t
• betaalde > betaald
•  tenniste > getennist

Zo heb ik het echt niet ...

1. bedoelt
2. bedoeld

Er is gisteren een ernstig busongeluk ...

1. gebeurt
2. gebeurd

Heb je mijn mail al ... ?

1. beantwoordt
2. beantwoord

Aan de slag

• Maak eindopdracht 1 
• Klaar? Maak ook eindopdracht 2