5-9-2024 Nederlands

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

5-9-2024 vandaag

0e	inloop
1e	nederlands
2e	nederlands
3e	nederlands
4e	sport
5e&6e	art (met Rosan) en opruimen

doelen:

1. ik ken de persoonlijk voornaamwoorden

2. ik begrijp een nieuwsbericht over het weer

3. ik ken en ik kan de klinkers

4. ik ken het werkwoord 'zijn'

5. ik kan een eenvoudige zin maken

woorden bij het weer

hittegolf	heat wave
bepalen	determine
warmer dan	hotter than
meer	more
inderdaad	indeed
thermometer	thermometer
meten	measure

www.bndestem.nl

Een hittegolf is een periode van minstens ...... dagen

1. 5
2. 10
3. 15
4. 25

die allemaal warmer zijn dan

1. 15
2. 25
3. 30
4. 35

en ...... daarvan moeten minstens ..... graden zijn

1. 2, 30
2. 3, 35
3. 3, 30
4. 2, 35

...... is een zomerse dag

1. 5
2. 15
3. 25
4. 30

..... of meer is een tropische dag

1. 20
2. 25
3. 28
4. 30

we hebben er ..... gehad

1. 28
2. 25
3. 12
4. 30

waarvan ..... in deze eeuw

1. 28
2. 25
3. 12
4. 30

deze eeuw heb je ..... keer zoveel kans op een hittegolf

1. 28
2. 4
3. 15
4. 25

wat heb je geleerd?

klinkers in het Nederlands

kort - mond half open

lang en twee teken klank - mond wijd open

twee teken klank

twee letters

- verschillend

- mond wijd open

werkwoord 'zijn'

Wij doen samen een oefening van Taal Compleet

leren.kleurrijker.nl

zinnen maken 

Zin:

- woorden die samen iets betekenen

- begint met een hoofdletter (capital)

- eindigt met een . of een ?

LET OP! nieuwe informatie

gewone zin

Mijn klas is vandaag op school.

vragende zin

Is mijn klas vandaag op school?

regel zinnen:

Bij een vraag komt het (eerste) werkwoord vooraan te staan.

bijvoorbeeld

Sofiia speelt ukelele.	Speelt Sofiia ukelele?
Sari is negenennegentig.	Is Sari negenennegentig?
Alona heeft veel geleerd.	Heeft Alona veel geleerd?
Ling heeft een taart gebakken.	Heeft Ling een taart gebakken?

vraagwoorden

sommige vragen starten met vraagwoorden

- wie

- wat

- waar

- waarom

- wanneer

- hoe

bijvoorbeeld

Wat speelt Sofiia?	Wie is er negenennegentig?
Waar heeft Alona geleerd?	Waarom heeft Ling een taart gebakken?
Wanneer is het pauze?	Hoe heet onze Juf?
Waarmee kan je schrijven?	Waarin kan je wonen?
Waarover kan je dromen?	Waaraan zit je hand?

............. woont Hamza?

1. waarom
2. wie
3. waar

.......... ga jij naar school? Met de fiets?

1. hoe
2. wat
3. waarom

........... ben jij moe? Heb je niet goed geslapen?

1. waarin
2. wat
3. waarom

....... heeft er nog een telefoon?

1. wat
2. wanneer
3. wie

.......... heb ik weer vakantie?

1. wie
2. wanneer
3. waaraan

wat heb je geleerd?

interview

maak 20 vragen aan jouw held (hero).

Denk aan de vraagwoorden en aan hoofdletters en punten.

interview

geef jouw vragen aan je buurman.

Nu geef jij de antwoorden, alsof jij de held bent.

give your questions to your neighbour. Now, answer the questions as if you were the hero.

lees voor

we luisteren naar de interviews

doelen vandaag

1. ik ken de persoonlijk voornaamwoorden

2. ik begrijp een nieuwsbericht over het weer

3. ik ken en ik kan de klinkers

4. ik ken het werkwoord 'zijn'

5. ik kan een eenvoudige zin maken

waar ben jij trots op deze week?

ART CLASS

samen behang maken

patronen

een patroon is een steeds terugkomende figuur

wat krijg je

- een wit papier

- een vetkrijtje

- een glazen pot met water

- een kwast

teken patronen over je hele papier met je krijtje

je hele papier moet gebruikt worden

vraag nu een ander krijtje aan Rosan

maak andere patronen op je papier

glazen potje en kwast

Vraag verf bij Rosan

kleur je papier helemaal in

met hele waterige verf

klaar?

- papier laten drogen op de grond bij het raam

- kwast schoonmaken

- potje schoonmaken

- alles inleveren bij Rosan

alles klaar?

opruimen maar!

tot maandag!!