MM 1BB Taak 7 De kolonisten willen echt vrij zijn les 2

MM - The American dream
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

MM - The American dream

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

les doelen
1. Welke verschillen bestonden rond 1800 tussen de noordelijke en zuidelijke staten van de Verenigde Staten?
2. Wat is een plantage?
3. Wat is een slaaf?
4. was de katoenproductie arbeidsintensief?
blz. 47

Slide 3 - Diapositive

Kader klas 1f
Maak: Taak 6 - opdracht 10 t/m 14 uit het werkboek volgende les 15-5 uitleg over taak 7.

Slide 4 - Diapositive

Bron 50: Driehoekshandel tussen Europa, Afrika en Amerika.

Slide 5 - Diapositive

TAD BB Taak 7 opdr 1 blz. 50

Slide 6 - Diapositive

Video: Handel in slaven
- Oorlog tussen Afrikaanse stammen.
- Hoofdmannen van deze stammen verkochten gegijzelden als slaven tegen wapens.
- Waarom moesten de slaven worden gebrandmerkt?
- Geboeid wachten in een donkere kelder.
- 300 slaven kunnen op een bood.
- Waarom nemen de handelaren vaak teveel slaven mee?

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Vidéo

Video: Slaven op onze plantages
-Slaven vluchten het oerwoud in.
Straffen: opsluiten of zweepslagen.
- Wat betekend het weigeren van arbeid? 
- Wat zijn hiervan de gevolgen?
Marrons: Slaven die in vrijheid leven in het oerwoud.

Slide 10 - Diapositive

Plantage
Groot landbouwbedrijf waar maar één product wordt verbouwd.

Voorbeeld van grondstoffen zijn:
Tabak, katoen en suiker.

Slide 11 - Diapositive

Bron 51 
Plantages
Begrippen: slavernij, plantages.




De tekst word voorgelezen.
Klassikaal maken: 
Taak 7 opdracht 3, 4 en 5.
blz. 42

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Arbeidsintensief
Als het werk voornamelijk door mensen handen wordt verricht.

Slide 14 - Diapositive

Bron 52 
Meer productie
Begrippen: Grondstof, arbeidsintensief, produceren




De tekst word voorgelezen.
Klassikaal maken: 
Taak 7 opdracht 6, 7 en 8.
blz. 43

Slide 15 - Diapositive

Cotton gin (Machine)

Slide 16 - Diapositive

Gingen de slaven meer verdienen door de Cotton Gin te gebruiken?
(2 antwoorden zijn goed)
A
Ja de slaven gingen meer verdienen.
B
De slaven verdiende niks.
C
De eigenaar verdient meer.
D
De eigenaar en de slaaf verdienen meer.

Slide 17 - Quiz

Bron 53 
Het leven van een slaaf

De tekst word voorgelezen.
blz. 44

Slide 18 - Diapositive

Waarom worden slaven op de slavenmarkt goed onderzocht?

Slide 19 - Carte mentale

Welk werk moest Equino waarschijnlijk doen?
A
Wol schoonmaken.
B
Voor de kinderen van de eigenaar zorgen.
C
Het huis van zijn eigenaar schoonmaken.
D
Werken op de plantage.

Slide 20 - Quiz

Taak 7 opdr. 14
Het schilderij van bron 54 is geschilderd door een zeeofficier. Hij was ook verantwoordleijk voor het slavenvervoer. Daarom schilderde hij een iets beter beeld dan de werkelijkheid. 

Wat ziet er minder erg uit op het slavenschip?
blz. 45

Slide 21 - Diapositive

Waarom zorgden de slavenhandelaren niet voor meer ruimte op het slavenschip?
A
Ze hadden geen grotere schepen.
B
Dat was prettiger voor de slaven.
C
Hoe meer slaven ze vervoerden, hoe meer ze verdienden.
D
Dat ging ten koste van de ruimte voor de handelaar zelf.

Slide 22 - Quiz

Huiswerk
Maak van taak 7 opdracht: 13 en 16

Slide 23 - Diapositive

les doelen

1. Welke verschillen bestonden rond 1800 tussen de noordelijke en zuidelijke staten van de Verenigde Staten?
2. Wat is een plantage?
3. Wat is een slaaf?
4. was de katoenproductie arbeidsintensief?

Slide 24 - Diapositive

Wat vond je van de les?
A
Moeilijk.
B
Makkelijk.
C
Leuk.
D
Saai.

Slide 25 - Quiz

Wat heb je geleerd over slavernij?

Slide 26 - Question ouverte