Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Spelling paragraaf 8, pvvt
Welkom!
Pak je leesboek.
Verder vandaag:
Bespreken huiswerk
Quiz pvvt
Aan de slag
1 / 18
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
18 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Welkom!
Pak je leesboek.
Verder vandaag:
Bespreken huiswerk
Quiz pvvt
Aan de slag
Slide 1 - Diapositive
Bespreken huiswerk
Opdracht 1 t/m 3 van paragraaf 8.
We bespreken de opdrachten klassikaal.
Slide 2 - Diapositive
Pak je laptop
En ga naar LessonUp.
Slide 3 - Diapositive
Quiz
Werkwoordspelling theorie 1
Slide 4 - Diapositive
Welk werkwoord geeft de tijd aan waarin de zin staat? (VT, TT)
A
Het voltooid deelwoord
B
Het bijvoeglijk naamwoord
C
Het hele werkwoord
D
De persoonsvorm
Slide 5 - Quiz
Hoe vind je de persoonsvorm?
A
Door een uitroepteken achter de zin te zetten
B
Door de zin te ontleden
C
Door het onderwerp te zoeken
D
Door de zin vragend te maken
Slide 6 - Quiz
Hoe vind je de stam van een werkwoord?
A
Door de zin vragend te maken
B
Door -en van het hele werkwoord af te halen
C
Door de zin in een andere tijd te zetten
D
Door het onderwerp te zoeken
Slide 7 - Quiz
Stelling:
De stam van een werkwoord is hetzelfde als de ik-vorm.
A
Ja, dat klopt
B
Nee, dat klopt niet
Slide 8 - Quiz
Wat is de stam van het werkwoord lachen?
A
lacht
B
lache
C
lach
D
lachen
Slide 9 - Quiz
Wat is de stam van het werkwoord bloeden?
A
bloedt
B
bloede
C
bloeden
D
bloed
Slide 10 - Quiz
Wat is de stam van het werkwoord verhuizen?
A
verhuis
B
verhuiz
C
verhuise
D
verhuize
Slide 11 - Quiz
Stelling: Een zwak werkwoord verandert van klank in de verleden tijd. (Bijv. lopen - liep)
A
Ja, dat klopt
B
Nee, dat klopt niet
Slide 12 - Quiz
Het meisje duikt het water in. Duikt is .........
A
een zwak werkwoord
B
een sterk werkwoord
Slide 13 - Quiz
De hond blaft al de hele avond. Blaft is .........
A
een zwak werkwoord
B
een sterk werkwoord
Slide 14 - Quiz
Een zwak werkwoord krijgt .........
A
in de verleden tijd -de(n) of -te(n) achter de stam
B
een klinkerverandering in de verleden tijd
C
een klinkerverandering in de tegenwoordige tijd
D
-de(n) of -te(n) in de tegenwoordige tijd
Slide 15 - Quiz
Hoe weet je of een zwak werkwoord -de of -te achter de ik-vorm krijgt in de verleden tijd?
A
Dat hoor je
B
Door 't ex-kopschip-regel te gebruiken.
C
Dat moet je uit je hoofd leren
D
Dat bepaal je op gevoel
Slide 16 - Quiz
Hoe weet je of een sterk werkwoord -de of -te achter de stam krijgt in de verleden tijd?
A
Dat hoor je
B
Door 't ex-kopschip-regel te gebruiken.
C
Niet, een sterk werkwoord verandert van klank.
D
Dat bepaal je op gevoel
Slide 17 - Quiz
Aan de slag
Maak opdracht 4 t/m 7 van Paragraaf 8. Dit is huiswerk voor maandag.
Slide 18 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Spelling paragraaf 8, pvvt
Janvier 2023
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Werkwoordspelling theorie 1
Septembre 2020
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
QUIZ Werkwoordspelling tt, vt, vd MP 2024-2025
Octobre 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2,3
3F Werkwoordspelling vt
Février 2021
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Leerjaar 1 p1w3
Septembre 2020
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F
Avril 2018
- Leçon avec
27 diapositives
par
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
Spelling persoonsvorm in de vt
Juin 2019
- Leçon avec
25 diapositives
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
3F Werkwoordspelling vt en vd
Mai 2022
- Leçon avec
36 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,4