Verhalen over mensen les 2 (09/11)

Welkom!
 

10 minuten stil lezen uit je leesboek




Leg al je boeken op tafel en ga rustig op je plaats zitten
Leg je huiswerk op de hoek van je tafel (opdracht 4, 5, 6 en 7 op bladzijde 36)




1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom!
 

10 minuten stil lezen uit je leesboek




Leg al je boeken op tafel en ga rustig op je plaats zitten
Leg je huiswerk op de hoek van je tafel (opdracht 4, 5, 6 en 7 op bladzijde 36)




Slide 1 - Diapositive

Verhalen over mensen les 2

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
- Huiswerk bespreken
- Theorie
- Werken aan de opdracht 

Aan het einde van de les weet je verschillende soorten personages te herkenen en hun gedrag te verklaren. 

Slide 3 - Diapositive

Huiswerk


Opdracht 4, 5, 6 en 7 op bladzijde 36

Slide 4 - Diapositive

Theorie 

Slide 5 - Diapositive

Verhalen over mensen
In een roman is een dier, fantasiewezen of ding geen persoon, maar door zijn menselijke eigenschappen wel een personage.
Verhalen draaien om personages. 

  • Om een lezer te boeien is een personage nodig dat iets wil, dat een verlangen heeft (een drijfveer). Conflicten zijn ook een belangrijke drijfveer. 

Slide 6 - Diapositive

Verhalen over mensen
  • Om een hoofdpersoon een complete personage te maken, moet het duidelijk zijn waarom iemand naar iets verlangt en ook hoe het komt dat het niet meteen lukt om het doel te bereiken.
    De personage heeft geloofwaardige eigenschappen nodig en maakt hij gedurende het verhaal een ontwikkeling door.
  • Dit noemen wij ook een round character.  

Slide 7 - Diapositive

Verhalen over mensen
  • Er zijn ook bijfiguren die de hoofdpersoon helpen het conflict op te lossen of die een oplossing juist tegenwerken. 
    Deze bijfiguren worden oppervlakkig en van buitenaf beschreven. 
  • Dit noemen we ook een flat character. 

  • Het archetype is een oertype, dat dus al heel lang in verhalen voorkomt.
  • Een stereotype is een karakterisering op basis van vooroordelen.
  • Een prototype is iemand die aan alle kenmerken van een bepaalde groep voldoet (politieagent, puber)

Slide 8 - Diapositive

Werken aan de opdracht 
Wat? Opdracht 8, 9 en 10 op bladzijde 39
Hoe? Zelfstandig en stil
Tijd? Tot het einde van de les, het is huiswerk voor 16/11/2023
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs 
Klaar? Lees verder in je leesboek of maak ander huiswerk

Gebruik de theorie op bladzijde 114 van je handboek 




timer
8:00

Slide 9 - Diapositive

Huiswerk:

Voor volgende week donderdag (16/11/23) moet opdracht 8, 9 en 10 op bladzijde 39 af zijn. 

Schrijf dit op in je plenda!

Slide 10 - Diapositive