Theorien over criminaliteit

Paragraaf 3 
De wetenschap over criminaliteit
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 3 
De wetenschap over criminaliteit

Slide 1 - Diapositive

Welkom bij Maatschappijleer
  1. Doe je jas uit
  2. Pak een pen/potlood voor je
  3. Berg je telefoon op! 
  4. Zet je tas neer op de grond
  5. pak je boeken~!


timer
2:00

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Leerdoel 


- Aan het einde van de les kun je vijf theorieën benoemen waarom mensen crimineel gedrag vertonen. 
 

Slide 4 - Diapositive

Wat is een theorie ?

- Een verklaring voor dingen die om ons heen gebeuren.

In dit geval : 
' Hoe ontstaat criminaliteit ' 

Slide 5 - Diapositive

Wat gaan we doen 

1: Er zijn 5 theorien over hoe criminaliteit is ontsaan
2: elk groepje krijgt een eigen theorie 
met informatie over waarom deze theorie is ontstaan en  ( paragraaf 3 criminaliteit BLZ 132,) 
3:  Vervolgens worden de groepjes door elkaar gegooid.
4. In elk groepje zit nu een "expert" van 1 theorie. Aan jou de taak om de theorie uit te leggen aan de andere leden van het groepje
5. De andere leden vullen deze theorie in op hun blad.
6. Hierna haal ik een willekeurig person naar voren die uitleg moet geven over een willekeurige theorie

Slide 6 - Diapositive

1. Persoonlijkheidstheorie
2. Bindingstheorie
3. Aaangeleerd-gedrag theorie
4. Etiketteringstheorie 
5. Gelegenheidstheorie 

Slide 7 - Diapositive

Persoonlijkheidstheorie
-Gevolg van psychische stoornis. 
- er zijn twee oerdriften : 
Seks en agressie. Ook hebben wij een geweten. Ons geweten zegt : sla niet zomaar iemand in elkaar. 

- Als je je driften niet kan beheersen vertoon je sneller crimineel gedrag. 





Voorbeeld : 
- iemand met een psychische stoornis wordt sneller agresief en slaat iemand in elkaar. 

Slide 8 - Diapositive

Bindingstheorie 

-Bindingen die je hebt voorkomen dat je crimineel gedrag vertoont. 

Voorbeeld van bindingen : familie vrienden. 
Voorbeeld : 

-je stelt je ouders teleur

- Je gaat geen overal plegen omdat je bang bent dat  je dan niet meer voor je kind kan zorgen

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Aangeleerd-gedrag theorie : 

Je neemt slechte dingen over van anderen zoals vrienden en familie. 

-je omgeving speelt een rol, je leert gedrag van anderen aan. 
Voorbeeld : 

Als je vrienden hebt die het gewoon vinden om te stelen ga jij dat ook makkelijker doen.

Slide 11 - Diapositive

Etiketteringstheorie 

- Iemand die een etiket opgeplakt krijgt : bijvoorbeeld
bijvoorbeeld:  'je bent crimineel'

Gaat diegene zich daar ook naar gedragen. 
Voorbeeld : 

- Iedereen zegt dat je iets hebt gestolen, iedereen noemt je crimineel. En dan ga je je daar naar gedragen.

Slide 12 - Diapositive

Gelegenheidstheorie 

Mensen kiezen wat het voordeligste is. Criminelen denken ook zo. "wat levert deze misdrijf mij op?' 

'Waar veel valt te halen, wordt veel gestolen.' 
Voorbeeld : 

- In een grote stad valt meer te halen, en is de pakkans kleiner ( wordt minder snel herkent ) ontstaat er sneller crimineel gedrag. 

(gelegenheid ) 

Slide 13 - Diapositive

Van welke theorie is volgend filmpje een voorbeeld?

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Van welke theorie was er in vorig filmpje vooral sprake?
A
aangeleerd-gedrag theorie
B
etiketteringstheorie
C
bindingstheorie
D
gelegenheidstheorie

Slide 16 - Quiz

Maken : werkboek 

Maatschappijleer, thema criminaliteit 
Paragraaf 3. Lezen + maken

Slide 17 - Diapositive