1 MHV CH 3 FA

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

1 MHV CH 3 FA

Ontkenning
Hoe maak je deze zin op een goede manier ontkennend?
"Je mange une pizza."

1. Je NE PAS mange une pizza.
2. Je mange NE PAS une pizza.
3. Je NE mange PAS une pizza.

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (mijn) frère

1. mon
2. ma
3. son
4. sa

Welke van deze zinnen is ontkennend?

1. Je ne parle pas français
2. J'habite à Bordeaux
3. Mon frère a 22 ans
4. Comment tu t'appelles?

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (hun) oncles (mannelijk meervoud)

1. leur
2. leurs

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) oncle

1. sa
2. tes
3. son
4. ses

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (jouw) mère

1. ton
2. ta
3. son
4. sa

Wat is GEEN bezittelijk voornaamwoord?

1. die
2. jouw
3. mijn
4. onze

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (zijn) soeur

1. sa
2. ton
3. son
4. ta

Wat zijn bezittelijke voornaamwoorden?

1. haar
2. zij
3. mijn
4. jullie

Wat staat er altijd tussen ne ... pas

1. werkwoord (persoonsvorm)
2. bezittelijk voornaamwoord
3. helemaal niks

Welke bezittelijke voornaamwoorden heb je voor mijn:

1. ton, ta ,tes
2. mon, ma, mes
3. ton, mon, tes
4. mon, ton, mes

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) oncles

1. ton
2. tes
3. son
4. ses

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) père

1. sa
2. ta
3. son
4. ton

Wat is een bezittelijk voornaamwoord?

1. duidt een persoon, dier of ding aan
2. geeft aan van wie iets is.

Ik maak een Franse ontkenning

1. met 2 woorden
2. met 1 woord
3. met 3 woorden

Hoe maak je een ontkenning?

1. Euhm?
2. 'Ne' voor de pv en 'pas' erachter.
3. 'Ne' voor de pv .
4. Je schrijft 'pas' op en klaar.

Welke van deze zinnen is ontkennend?

1. Tu parles français?
2. J'habite à Bordeaux
3. Tu n'as pas 11 ans?
4. Comment tu t'appelles?