1 h/v H2.7 soorten klimaten

Klimaatsysteem van Köppen

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Klimaatsysteem van Köppen

Slide 1 - Diapositive

Systeem van Köppen
De Duitse klimatoloog Köppen onderscheidt vijf klimaatzones, aangeduid met de hoofdletters A, B, C, D en E:

A tropisch klimaat
B droog klimaat
C zeeklimaat (maritiem klimaat)
D landklimaat (continentaal klimaat)
E koud klimaat (poolklimaat of polair klimaat)

Slide 2 - Diapositive

Systeem van Köppen
Bij de klimaten A, C en D worden kleine letters toegevoegd:

f = fehlt (= ontbreekt): droge tijd ontbreekt; neerslag in alle jaargetijden.

s = sommer (= zomer): droge tijd in de zomer.

w = winter (= winter): droge tijd in de winter.

Slide 3 - Diapositive

A tropisch klimaat
Warmste klimaat. 

Koudste maand 18 graden of hoger.

Rondom de evenaar.

Af: tropisch klimaat, hele jaar neerslag.
As: tropisch klimaat, zomer droge tijd.
Aw: tropisch klimaat, winter droge tijd.

Slide 4 - Diapositive

A tropisch klimaat

Slide 5 - Diapositive

B droog klimaat 
Hier wordt gekeken naar neerslag.


BS: steppeklimaat
Tussen 200 en 500 mm neerslag per jaar. 


BW: woestijnklimaat
Minder dan 200 mm neerslag per jaar.

Slide 6 - Diapositive

B droog klimaat

Slide 7 - Diapositive

C zeeklimaat

Gematigd zeeklimaat:

koudste maand tussen -3 en 18 graden.

warmste maand > 10 graden.


Grote verschillen binnen C-klimaten!

Cf: zeeklimaat, hele jaar neerslag.
Cs: zeeklimaat, zomer droge tijd.
Cw: zeeklimaat, winter droge tijd.

Welk klimaat komt in NL voor?

Slide 8 - Diapositive

C zeeklimaat

Slide 9 - Diapositive

D landklimaat
Gematigd klimaat. Koudste maand < -3 graden. Warmste maand > 10 graden.

Droger dan de C-klimaten -> verder van zee.

In de zomer vaak warmer dan een C-klimaat.

Df: landklimaat, hele jaar neerslag.
Ds: landklimaat, zomer droge tijd.
Dw: landklimaat, winter droge tijd.

Slide 10 - Diapositive

D landklimaat

Slide 11 - Diapositive

E koud klimaat
Koud klimaat: warmste maand < 10 graden.

Verschillende soorten E-klimaten:

EF: eeuwige sneeuw in poolgebieden
ET: toendraklimaat (temperatuur in warmste maand boven nul)
EH: hooggebergteklimaat (temperatuur in warmste maand onder nul)

Slide 12 - Diapositive

E koud klimaat

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo