Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Welcome back 3gt3!
Today:
- Grammar
- Verder werken aan 4.4
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Aan het einde van de les...
- Heb je goed gewerkt!
- Kun je who en which correct gebruiken in een zin.
- Kun je vergelijkingen maken in het Engels.
Slide 3 - Diapositive
Wanneer gebruik je 'who' als betrekkelijk voornaamwoord?
A
Bij personen
B
Bij dingen
C
Als het over de verleden tijd gaat
D
Als je een vraag wilt stellen
Slide 4 - Quiz
Wanneer gebruik je 'which' als betrekkelijk voornaamwoord?
A
Bij personen
B
Bij dingen
C
Als het over de tegenwoordige tijd gaat.
D
Als je een vraag wilt stellen.
Slide 5 - Quiz
Bij bijvoegelijke naamwoorden met één lettergreep voeg je ... en ... toe bij de vergrotende en overtreffende trap (woorden zoals big, tall etc.)
Slide 6 - Question ouverte
Bij bijvoegelijke naamwoorden met drie + lettergrepen voeg je ... en ... toe bij de vergrotende en overtreffende trap (woorden zoals beautiful, wonderful etc.)
Slide 7 - Question ouverte
Maak het rijtje af met de vergrotende en overtreffende trap: famous - ... - ...
Slide 8 - Question ouverte
Geef een voorbeeld van een bijvoegelijk naamwoord waarbij je -er en -est toevoegt bij de vergrotende en overtreffende trap.
Slide 9 - Question ouverte
Doen:
Unit 4.4 opdr. 31 t/m 40
Deze opdrachten zie ik de tweede les na de vakantie (wo 24 feb)