3.1 en 3.2 Lessonup vragen

H3 Monniken en ridders
3.1 & 3.2 LessonUp vragen
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

H3 Monniken en ridders
3.1 & 3.2 LessonUp vragen

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
Afspraken & regels
Leerdoelen
Lessonup
Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Regels
  • Respect
  • Geen telefoons!!
  • Hand opsteken als je wat wilt zeggen
  • Chromebook (als docent aangeeft)
  • Spullen in orde!

Slide 3 - Diapositive

Leerdoel
Aan het eind van deze les kan je:
  • op welke manier Karel het Frankische rijk bestuurde.
  • hoe politieke verdeeldheid ontstond na Karels dood.
  • waardoor in Europa onveiligheid ontstond en welke gevolgen dit had.
  • hoe het christendom in Europa werd verspreid.
  • hoe de Germaanse cultuur bleef bestaan.
  • waardoor geestelijken belangrijk waren in de samenleving.

Slide 4 - Diapositive

Wat is een goed voorbeeld
van een leenstelsel?
A
De koning bestuurt zijn land helemaal in zijn eentje.
B
De koning heeft ministers die hem advies geven over het bestuur van zijn land.
C
De koning heeft niets te zeggen over het bestuur van zijn land.
D
De koning heeft zijn land in twintig stukken verdeeld. Ieder stuk wordt bestuurd door een vriend van hem.

Slide 5 - Quiz

Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.

Is deze uitspraak goed of fout?
De man helemaal links op de afbeelding is Karel de Grote.
A
Goed
B
Fout

Slide 6 - Quiz

Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.

Is deze uitspraak goed of fout?
Karel de Grote wordt nu de leenheer van de leenman
A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quiz

Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.

Is deze uitspraak goed of fout?
De afbeelding is een directe bron over Karel de Grote.
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quiz

Welke plicht heeft een leenman?
A
Hij moet in zijn gebied doen waar hij zin in heeft.
B
Hij moet elke ochtend bijtijds opstaan.
C
Hij moet trouw beloven aan zijn leenheer.
D
Hij moet delen van zijn gebied doorlenen aan onderleenmannen.

Slide 9 - Quiz

Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.

Is deze uitspraak goed of fout?
De afbeelding gaat over de manier waarop Karel de Grote zijn land bestuurde
A
Goed
B
Fout

Slide 10 - Quiz

Een lage geestelijke is:
A
de paus
B
een pastoor
C
een bisschop

Slide 11 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van hoog naar laag ?
A
pastoor-paus-bisschop
B
bisschop-pastoor-paus
C
paus-bisschop-pastoor
D
pastoor-bisschop-paus

Slide 12 - Quiz

Wie is de baas in een klooster ?
A
de pastoor
B
de monnik
C
de bisschop
D
de abt

Slide 13 - Quiz

Wie konden lezen en schrijven ?
A
alle geestelijken
B
alleen monniken
C
alleen bisschoppen
D
alleen de paus

Slide 14 - Quiz

In welk jaar kwamen er missionarissen naar Nederland ?
A
690
B
960
C
590
D
760

Slide 15 - Quiz

Een "godsdienstig leider" noem je ?
A
een geestelijke
B
een heiden
C
een missionaris

Slide 16 - Quiz

Iemand met de opdracht om het christendom te verspreiden noem je ?
A
een heiden
B
een geestelijke
C
een missionaris

Slide 17 - Quiz

Iemand waarvan wordt gezegd dat hij niet het goede geloof heeft, noem je ?
A
een geestelijke
B
een missionaris
C
een heiden

Slide 18 - Quiz