Les 32 - 1HN - Woensdag 12 ma.

Als je hier met je rug naar het bord toe staat ...
Links
Rechts
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Als je hier met je rug naar het bord toe staat ...
Links
Rechts

Slide 1 - Diapositive

Les 32 - 1HN
Werkwoordspelling



DOME

Slide 2 - Diapositive

Planning

1. Voorlezen
2. Nieuws
3. Het doel van vandaag
4. Zelfstandig werken 
5. Doel - Vragen beantwoorden
6. Afsluiten met een spelletje, als jullie dat hebben verdiend

Slide 3 - Diapositive

Voorlezen
timer
7:00

Slide 4 - Diapositive

NIEUWS VAN DE DAG

Slide 5 - Diapositive

Wat is het doel?
Ik ken aan het einde van de les de spellingsregels om de persoonsvorm in de verleden tijd van zwakke werkwoorden te kunnen spellen.



Lukt dit je? Dat bekijken we na het zelfstandig werken.

Slide 6 - Diapositive

Sterke en zwakke werkwoorden
Wat was het verschil?

Slide 7 - Diapositive

§10 - Persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden
1 - Maak de stam van het werkwoord (-en)
2 - Waar eindigt de laatste letter van de stam op?
3- Gebruik 't X - K(o)fsch(i)p
>WEL in 't X - K(o)fsch(i)p = +te(n)
NIET in 't X - K(o)fsch(i)p = +de(n)
-Soms moet je voor de uitspraak klinkers toevoegen
>Raden - Ik raadde

Slide 8 - Diapositive

Wanneer heb ik een -dde(n) of -tte(n) aan het einde van een werkwoord?

Dit kan alleen als de laatste letter van de stam óók eindigt op een d of t.
WEL
Ik antwoordde > Antwoord = stam
NIET
Ik speeldde > Speel = stam

Slide 9 - Diapositive

Maken
Cursus 7 - Spelling

§10 - Persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden

Klaar?

Maak 'trainen' van §8, §9 en §10


timer
10:00

Slide 10 - Diapositive

§9 - Ik ken aan het einde van de les de spellingsregels om de persoonsvorm in de verleden tijd van zwakke werkwoorden te kunnen spellen.

1. Gisteren (bereiden)______________  Marianne een heerlijke vegetarische maaltijd.
2. Jij (vergissen) ______________ je toen toch ook weleens?

3. Een aantal jaren geleden (kamperen) ______________ wij op Schiermonnikoog, maar vorig jaar (vieren) ______________ wij de vakantie in het buitenland.

Slide 11 - Diapositive

Tijd voor een spelletje!

Slide 12 - Diapositive

Einde van de les

Slide 13 - Diapositive