SL=LL - 3

• Leren-leren
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 2

Les 3

Wat gaan we doen?

• Terugblik
• Leestest
• Mindmappen
• Aan de slag
• Toetsplanner
• Wat heb je geleerd?

Wat weet je nog van de vorige les?

5. Tijd

- In welke tijd speelt het verhaal zich af? Verleden, toekomst, nu? Waar blijkt dit uit?

6. De hoofdpersonen:

- Vertel alles dat je weet over de belangrijkste personen die voorkomen in het boek.

7. De overige personen:

- Vertel alles dat je weet over de overige personen die voorkomen in het boek.

8. De thematiek:

- Wat is het thema van het boek?

- Waar blijkt dat uit? Waarom is dat?

9. De verhaalopbouw:

- Uit hoeveel hoofdstukken bestaat het boek?

1 plaatje

vervangt soms

1000 woorden

MINDMAP

een kaart maken van je brein.

blz 59-69

 WAAROM EEN STUDIE MINDMAP

WAAROM EEN STUDIE MINDMAP?
Je onthoud beter wat jij zelf tekent en opschrijft.

Een plaatje of symbool koppelt jouw brein aan informatie.

Samenvatten èn leren in éën keer!

Belangrijk bij mindmappen

één woord per tak.

Ieder tak een andere kleur. 

Helpt jouw hersenen met ordenen/onthouden.

Tekeningetjes

1

Aan de slag!

pak het leerboek dat je mee moest nemen.

zoek het hoofdstuk waar je nu in bezig bent. 

En.. de volgende materialen..

groot wit papier A3 formaat

gekleurde stiften 

de mindmap mal 

doosje met gekleurde kaartjes

En aan het werk!

Samen aan de slag met behulp van de docent.

Of aan het werk met het stappenplan op papier. 

wat moet erop

2. Titelverklaring

Waarom heet het boek zo?

- Schrijf de titel op van het boek en geef aan waarom het boek zo heet.

3. De auteur:

- Vertel iets over de schrijver in eigen woorden (niet geknipt en geplakt van internet)

- Welke boeken heeft hij/zij nog meer geschreven?

4. Het genre:

- Wat voor soort boek is het? Bijvoorbeeld:

 Oorlogsroman

 Liefdesroman

 Avonturenroman

- Waarom is het dit genre?

verhaalperspectief

10. Verhaalperspectief

Bij het vertellen kunnen schrijvers verschillende standpunten innemen. Benoem dit standpunt en noteer citaten uit het boek waaruit dit blijkt.

De schrijver vertelt vanuit:

- Alwetende verteller: de schrijver beschrijft vanuit alle verhaalpersonen wat ze voelen en denken.

- Hij/zij perspectief: de schrijver kruipt in de huid van een persoon.

- Ik-perspectief: Als lezer heb je de indruk dat de hoofdpersoon rechtstreeks tegen je vertelt wat je denkt, doet, zegt, voelt.

- meervoudig perspectief: Vertelvorm waarin het perspectief ligt bij meer dan één personage dat als verteller optreedt, zodat we nu eens de gebeurtenissen volgen vanuit het gezichtspunt van de één, dan weer vanuit dat van de ander.

Hoe lang ben je gemiddeld bezig met je huiswerk of het leren voor een toets, kan je dat al inschatten of heb je het echt geklokt?

Wat is een leerblok????
Wat is zo belangrijk eraan mbt plannen?

blz 39-40

Waarom kun je beter 6 x 10 minuten leren dan 1 x 60 minuten?

Waarom zou het goed zijn je te laten overhoren???????????

Wat heb je geleerd?

Huiswerk voor les 4

Werkboek blz 2