Begeleiden in de WLZ

Begeleiden in de WLZ
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
BegeleidingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Begeleiden in de WLZ

Slide 1 - Diapositive

Een cliënt heeft moeite met het volgen van een verhaal. Hoe kun je het beste met de cliënt communiceren?

A
Spreek luider
B
Gebruik korte en eenvoudige zinnen
C
Gebruik technische woorden

Slide 2 - Quiz

Hoe kan je de zelfredzaamheid van een cliënt vergroten?
A
Door alle taken voor de cliënt uit te voeren
B
Door de cliënt alleen te observeren, zonder begeleiding te bieden
C
Door de cliënt te helpen met het opbouwen van vaardigheden en zelfvertrouwen
D
Door de cliënt de hele tijd binnen gezichtsafstand te houden

Slide 3 - Quiz

Waarom zijn open vragen belangrijk in een gesprek met je cliënt?
A
Open vragen geven ruimte voor een uitgebreid antwoord met meer details
B
Open vragen maken het gesprek moeilijker voor een cliënt
C
Open vragen maken het gesprek korter en minder informatief
D
Open vragen zorgen er voor dat de cliënt minder praat

Slide 4 - Quiz

Hoe kan je klachten of symptomen rapporteren voor je collega´s?
A
Alleen mondeling (warme overdracht)
B
Alleen schriftelijk
C
Zowel mondeling als schriftelijk

Slide 5 - Quiz

Je cliënt is in één week een aantal keer gevallen. Je cliënt geeft aan gewoon onhandig te zijn. Wat doe je?
A
De cliënt aanmoedigen om rustiger aan te doen
B
Niets, vallen hoort bij ouder worden.
C
Direct rapporteren aan een zorgverlener.
D
Advies geven over het dragen van anti-slipsokken.

Slide 6 - Quiz

Wat is een veelvoorkomend symptoom van hartfalen?
A
Aanhoudende vermoeidheid en gezwollen enkels
B
Hoofdpijn en duizeligheid
C
Toegenomen eetlust waardoor toename van gewicht
D
Een rode glanzende pijnlijke kuit

Slide 7 - Quiz

Wat moet een cliënt met hartfalen vermijden in het dieet?
A
Veel vitamine C
B
Veel zout
C
Veel eiwitten
D
Veel vezels

Slide 8 - Quiz

Welke discipline kan ondersteunend zijn bij een cliënt met mobiliteitsproblemen?
A
Apotheker
B
Huisarts
C
Logopedist
D
Ergotherapeut

Slide 9 - Quiz

Meneer Jansen is 78 jaar en heeft COPD. Hij is de afgelopen weken vaker benauwd bij lichte inspanning. Bijvoorbeeld bij het traplopen. Zijn voorgeschreven inhalator lijkt niet te helpen. Moet meneer Jansen contact opnemen met de huisarts?
A
Ja, verergering van COPD moet altijd gemeld worden bij een arts.
B
Ja, maar alleen als de benauwdheid ook aanwezig is in rust.
C
Nee, benauwdheid bij COPD is normaal en hoeft niet gemeld te worden.
D
Nee, zo lang hij de inhalator gebruikt is er geen reden tot zorg.

Slide 10 - Quiz

Welk gevolg van niet-aangeboren hersenletsel (NAH) bij ouderen komt NIET veel voor?
A
Concentratieproblemen
B
Geheugenproblemen
C
Impulsief gedrag
D
Verminderde eetlust

Slide 11 - Quiz

Een cliënt voelt zich somber en lusteloos. Welke psychiatrische aandoening past hierbij?
A
Psychose
B
Depressie
C
Autisme
D
Bipolaire stoornis

Slide 12 - Quiz

Je cliënt heeft last van wanen en hallucinaties. Welke diagnose is het meest waarschijnlijk?
A
Depressie
B
Bipolaire stoornis
C
Schizofrenie
D
Autisme

Slide 13 - Quiz

Je cliënt is thuisgekomen na een ziekenhuis opname en is geopereerd aan zijn been. Er onstaat plotseline verwardheid en desoriëntatie. Wat kan er aan de hand zijn?
A
Psychose
B
Bipolaire stoornis
C
Dementie
D
Delier

Slide 14 - Quiz

Welk gedrag past bij een borderline persoonlijkeheidsstoornis?
A
Extreme uitingen van emoties
B
Langdurige vermoeidheid zonder oorzaak
C
Aanhoudende problemen met concentreren
D
Regelmatig verdwalen in onbekende omgevingen

Slide 15 - Quiz

Als je bij een oudere cliënt huiselijk geweld vermoedt, bel je direct de familie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz