4.4 - Een zorg minder

Hoofdstuk 4
Paragraaf 4 - Een zorg minder!
3TL
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 4
Paragraaf 4 - Een zorg minder!
3TL

Slide 1 - Diapositive

Wat moet je kennen/ kunnen?
  • Weten wat een zorgverzekering is.
  • welke kosten worden gedekt.
  • wat de zorgverzekering kost.
  • Wat zorgtoeslag is.

Slide 2 - Diapositive

Zorgverzekering
Deze verzekering vergoedt de kosten van gezondheidszorg. Denk hierbij aan de kosten voor de huisarts een ziekenhuisbezoek etc. 
De verzekering bestaat uit:
  • een basisverzekering (die is verplicht);
  • een aanvullende verzekering (voor kosten die niet gedekt worden door de basisverzekering, bijv. fysiotherapie).
  • Kinderen onder de 18 jaar zijn meeverzekerd bij hun ouders.
  • Je hebt een eigen risico van €385,- bij de basisverzekering.

Slide 3 - Diapositive

0

Slide 4 - Vidéo

Moeten kinderen onder de 18 ook een ziektekostenverzekering afsluiten ?
A
Ja, iedereen moet verplicht een verzekering afsluiten
B
Nee, voor kinderen is dat niet nodig
C
Ja, maar kinderen zijn kosteloos meeverzekerd bij hun ouders

Slide 5 - Quiz

Zorgverzekering
Je hebt keuze uit twee soorten verzekeringen:

  1. Natura  = De zorgverzekering bepaalt naar welk ziekenhuis of arts je moet. 
  2. Restitutie =  Je mag zelf bepalen naar welke ziekenhuis of arts je wilt 



Slide 6 - Diapositive

1

Slide 7 - Vidéo

00:34
John de Wolf had in dit geval moeten kiezen voor een
A
Restitutiepolis
B
Naturapolis

Slide 8 - Quiz


  • We zorgen voor elkaar
  • Iedereen betaalt dezelfde premie voor een basisverzekering of je veel of weinig zorg nodig hebt maakt niet uit.
  • Zorgverzekeraars zijn verplicht om iedereen te accepteren voor de basisverzekering
Solidariteit zorgverzekering:

Slide 9 - Diapositive

Zorgtoeslag
  • Mensen met een 'lager' inkomen hebben recht op zorgtoeslag (= een uitkering van de overheid)
  • doel = mensen met een lager inkomen, hebben toch de mogelijkheid om de juiste zorg te krijgen.


Slide 10 - Diapositive

Zorgtoeslag krijg je....
A
Altijd
B
Als je teveel verdient
C
Als je te weinig verdient
D
Getrouwd bent

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Lien

Welke polis zou jij kiezen en waarom?

Slide 13 - Question ouverte

Zou jij een hoog of een laag eigen risico nemen? Leg je antwoord uit! (want, omdat)

Slide 14 - Question ouverte

Zou jij je aanvullend laten verzekeren, waarom wel/niet?

Slide 15 - Question ouverte

Noem 2 dingen die je voor deze les nog niet wist!

Slide 16 - Question ouverte

Wat moet je kennen/ kunnen?
  • Weten wat een zorgverzekering is.
  • welke kosten worden gedekt.
  • wat de zorgverzekering kost.
  • Wat zorgtoeslag is.

Slide 17 - Diapositive