Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Aanhalingstekens
Doel:
Je kunt aanhalingstekens
op de juiste manier
gebruiken in zinnen.
Aanhalingstekens
1 / 12
suivant
Slide 1:
Diapositive
Taal
Basisschool
Groep 6
Cette leçon contient
12 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Doel:
Je kunt aanhalingstekens
op de juiste manier
gebruiken in zinnen.
Aanhalingstekens
Slide 1 - Diapositive
Hoe heten de leestekens die hierboven staan?
Sleep de juiste naam naar het juiste leesteken.
aanhalingstekens
komma
punt
puntkomma
vraagteken
Slide 2 - Question de remorquage
Slide 3 - Diapositive
Beginaanhaling
= aanhalingstekens aan het begin van de zin
"Ik weet wat je bedoelt", zei de oude man.
"Heb je een vraag
?
", vroeg de juf.
"Laat me binnen
!
", riep hij kwaad.
Opgelet -->
?
en
!
net voor het laatste aanhalingsteken
Opgelet -->
,
net na het laatste aanhalingsteken (géén punt)
Eindaanhaling
= aanhalingstekens aan het einde van de zin
De kleine jongen zei
:
"Ik begrijp het niet
.
"
Ze vroeg
:
"Mag ik jouw pen lenen
?
"
Papa riep
:
"Komen eten
!
"
Opgelet -->
?
en
.
en
!
net voor het laatste aanhalingsteken
Opgelet --->
:
voor je het aanhalingsteken opent.
Slide 4 - Diapositive
"
Nee,
"
zei ze,
"
ik doe niet mee.
"
"
Omdat,
"
zei ze,
"
ik naar huis moet.
"
"
I
k wil wel meedoen
"
, zei ik.
Ik zei:
"
Ik wil wel meedoen.
"
Slide 5 - Diapositive
Ik ben de aanhalingstekens vergeten!
Schrijf de zin goed op!
De meester roept: We gaan beginnen!
Slide 6 - Question ouverte
Zet de
2
aanhalingstekens op de goede plek!
Mijn moeder zegt: Jij moet nu naar school.
Slide 7 - Question de remorquage
Waar staan de aanhalingstekens goed?
A
Ik zei: "Ik heb geen zin."
B
Ik: "zei Ik heb geen zin."
C
'Ik zei": Ik heb geen zin.
Slide 8 - Quiz
Waar staan de aanhalingstekens goed?
A
Bah, zei ik, "het is vies."
B
"Bah," zei ik het is vies.
C
"Bah," zei ik, "het is vies."
Slide 9 - Quiz
Waar staan de aanhalingstekens goed?
A
Het sneeuwt heel hard! "zei de juf."
B
"Het sneeuwt heel hard!" zei de juf.
C
"Het sneeuwt" heel hard! zei de juf.
Slide 10 - Quiz
In welke zin staan de aanhalingstekens goed?
Eerst goed kijken voordat je kiest!
A
"Juf Kim zei": We gaan buiten spelen.
B
Juf Kim zei: "We gaan buiten spelen".
C
Juf Kim zei: "We gaan buiten spelen."
D
"Juf Kim zei: We gaan buiten spelen."
Slide 11 - Quiz
Je zet een aanhalingsteken bij een citaat.
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Aanhalingstekens
Septembre 2024
- Leçon avec
12 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 6
Aanhalingstekens
Juin 2023
- Leçon avec
12 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 6
Aanhalingstekens
Mars 2024
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
Basisschool
Groep 7
Aanhalingstekens
Janvier 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Basisschool
Groep 7
Aanhalingstekens
Novembre 2022
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Basisschool
Groep 7
Aanhalingstekens
Avril 2024
- Leçon avec
12 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 6
Aanhalingstekens
Décembre 2022
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Basisschool
Groep 7
Thema 4, les 2: Het interview
Novembre 2022
- Leçon avec
16 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 7