WiNL_3.2 Werken aan leefbaarheid

1 / 33
suivant
Slide 1: Vidéo
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Examenopdracht - Katendrecht
De opdracht staat in Teams
Maak de opdracht in tweetallen (thuis-online) 

Na het maken, gezamenlijk nakijken. Wat moest je verbeteren? Welke foute denkstapjes heb je gezet? Wat weet je al wel goed? 

Slide 2 - Diapositive

Waar denk je aan bij het begrip "leefbaarheid" in relatie tot wonen in de stad?

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Diapositive

Deelvragen 
1 Welke soort wijken hebben zich de afgelopen eeuwen in de stedelijke gebieden gevormd?
2 Welke stedelijke processen liggen daaraan te grondslag?
3 Welke kenmerken in de verschillende soorten wijken zijn van belang voor de leefbaarheid ervan?
4 Met welke problemen, die verband houden met de leefbaarheid, hebben steden te maken en hoe probeert de overheid hier zicht op te krijgen? 
5 Hoe worden problemen rondom de leefbaarheid aangepakt?
6 Hoe ontwikkelt de stad van de toekomst zich in een tijd waarin – naast de economie – kennis, duurzaamheid en creativiteit een steeds belangrijkere rol vervullen?
7 Hoe proberen stadsbesturen de huidige vraagstukken die samenhangen met de nieuwe ontwikkelingen aan te pakken?

Slide 5 - Diapositive

Zet de wijken in de juiste chronologische volgorde 
(1 = het oudst)
flatwijk
arbeiders-wijk
woonerf
Vinexwijk
stads-centrum

Slide 6 - Question de remorquage

Wat was het gevolg voor de steden van het feit dat de middenklasse in de jaren '60 van de vorige eeuw een auto kon kopen? (oorzaak-gevolg)

Slide 7 - Question ouverte

Voorbeeld van een juist antwoord:
Doordat de middenklasse een auto kon aanschaffen konden ze het zich veroorloven om verder van hun werk te gaan wonen (oorzaak)

Waardoor de groeikernen rondom de grote steden flink in inwoneraantal groeiden (gevolg)

Slide 8 - Diapositive

door de ontwikkeling uit de vorige vraag nam in Nederlandse steden de segregatie:
A
af
B
toe

Slide 9 - Quiz

Vanaf de jaren '90 van de 20e eeuw werd het wonen in de grote steden weer populairder. Hoe noem je het als mensen weer terugtrekken naar de stad?

Slide 10 - Question ouverte

Paragraaf 3.2
In beeld brengen van de leefbaarheid gebeurt aan de hand van een buurprofiel. Een buurtprofiel bestaat uit 3 onderdelen:
  1. woningkenmerken (vandaag)
  2. bewonerskenmerken (vandaag)
  3. kenmerken van de woonomgeving (volgende les)

Mede op basis van dit buurtprofiel gaat een gemeente aan de slag met de leefbaarheid (les van donderdag)

Slide 11 - Diapositive

Verschil wijken (of stadsdelen) en buurten:

Slide 12 - Diapositive

Of voor Utrecht:

Slide 13 - Diapositive

Maakt het wat uit in welke buurt je woont?

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Een woningkenmerk uitgelicht: 'eigendom'
Welke opties zijn er bij dit woningkenmerk?

Slide 17 - Question ouverte

Eigendom:
-Koopwoning
-Particuliere huurwoning
-Sociale huurwoning (via een woningbouwcorporatie)

Slide 18 - Diapositive

Wat is het verband tussen het woningkenmerk 'eigendom' en de kwaliteit van een buurt'?
Leg ook uit waarom!

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

In Nederland relatief veel sociale huurwoningen, vooral in grote steden
Maar dat aantal (en aandeel) neemt af. 

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Lien

Wat kan het gevolg zijn voor de bewonerssamenstelling van een buurt als alle huurwoningen worden verkocht? (oorzaak-gevolg)

Slide 25 - Question ouverte

Een voorbeeld van een juiste beschrijving:
-als alle huurwoningen in een buurt worden verkocht kunnen de bewoners met een laag inkomen niet meer in de buurt blijven wonen (oorzaak)

-waardoor het gemiddeld inkomen per huishouden in de buurt toeneemt / waardoor de buurt op sociaal-economisch vlak minder divers wordt.

Slide 26 - Diapositive

Begrippenupdate:
in plaats van allochtoon:

mensen met een migratieachtergrond
(westers of niet-westers)

Slide 27 - Diapositive

Gentrification
De samenstelling van een wijk (bewoners- en woningkenmerken) verandert. En als gevolg daarvan veranderen ook de voorzieningen, leefbaarheid en kwaliteit van de wijk.

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Ik kan een aantal woningkenmerken benoemen en op basis daarvan iets zeggen over een buurt.
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Sondage

Ik kan een aantal bewonerskenmerken benoemen en op basis daarvan iets zeggen over een buurt.
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Sondage


A
Subjectieve veiligheid
B
Objectieve veiligheid

Slide 32 - Quiz

Deelvragen 
1 Welke soort wijken hebben zich de afgelopen eeuwen in de stedelijke gebieden gevormd?
2 Welke stedelijke processen liggen daaraan te grondslag?
3 Welke kenmerken in de verschillende soorten wijken zijn van belang voor de leefbaarheid ervan?
4 Met welke problemen, die verband houden met de leefbaarheid, hebben steden te maken en hoe probeert de overheid hier zicht op te krijgen? 
5 Hoe worden problemen rondom de leefbaarheid aangepakt?
6 Hoe ontwikkelt de stad van de toekomst zich in een tijd waarin – naast de economie – kennis, duurzaamheid en creativiteit een steeds belangrijkere rol vervullen?
7 Hoe proberen stadsbesturen de huidige vraagstukken die samenhangen met de nieuwe ontwikkelingen aan te pakken?

Slide 33 - Diapositive