Opvoedkunde - herhaling levensfasen

Opvoedkunde
Herhaling 
levensfasen
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
OpvoedkundeSecundair onderwijs

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Opvoedkunde
Herhaling 
levensfasen

Slide 1 - Diapositive

Wat is de grijpreflex?
A
Een peuter neemt een potlood in de handpalm
B
Een baby grijpt een voorwerp vast met de handpalm
C
Een baby wil altijd de eigen voetjes vastgrijpen
D
Een peuter neemt iets vast tussen duim en wijsvinger

Slide 2 - Quiz

Grove motoriek hoort bij...
A
Fysieke - motorische ontwikkeling
B
Fysieke - sensorische ontwikkeling
C
Fysieke - lichamelijke ontwikkeling
D
Cognitieve - denkontwikkeling

Slide 3 - Quiz

De baby ruikt het verschil tussen mama en een andere vrouw op de leeftijd van...
A
1 jaar
B
1 maand
C
1 week
D
1 dag

Slide 4 - Quiz

Iets wat je niet kan zien, is er ook niet meer. Wanneer de baby begrijpt dat een voorwerp niet zomaar verdwijnt ontwikkelt hij...
A
Moro-reflex
B
Objectpermanentie
C
Conservatie
D
Hechting

Slide 5 - Quiz

De eerste snijtanden komen op de leeftijd van ongeveer...
A
1 jaar
B
2 jaar
C
6 maanden
D
2 maanden

Slide 6 - Quiz

Zindelijkheidstraining gebeurt in de...
A
Peuterfase
B
Babyfase
C
Kleuterfase
D
Lagereschoolfase

Slide 7 - Quiz

Dit kan een kleuter van 3 jaar normaal al tekenen:
A
Figuren
B
Iets natekenen (bv knuffelbeer)
C
Krassen
D
Mannetjes

Slide 8 - Quiz

Wat is empathie?
A
geduld
B
taalontwikkeling
C
egoïsme
D
zich kunnen inleven in anderen

Slide 9 - Quiz

Vanaf welke fase ontwikkelt een kind empathie?
A
Peuter
B
Kleuter
C
Baby
D
Lagereschoolkind

Slide 10 - Quiz

Een lagereschoolkind kan het verschil zien tussen een b, p en d. Dat hoort bij...
A
Sensorische ontwikkeling
B
Motorische ontwikkeling
C
Lichamelijke ontwikkeling
D
Taalontwikkeling

Slide 11 - Quiz

Welke stelling over de puberteit klopt niet?
A
Jongens ontwikkelen meestal iets later dan meisjes
B
De eerste menstruatie van het meisje vindt plaats.
C
Een puber gebruikt jongerentaal
D
De puber kan nog niet abstract denken

Slide 12 - Quiz

De hersenen zijn volledig gerijpt op de leeftijd van...
A
25 jaar
B
18 jaar
C
16 jaar
D
nooit

Slide 13 - Quiz

Wat is de sandwichgeneratie?
A
Kleuters die graag sandwichen eten
B
Peuters die leren vaste voeding te eten
C
De generatie die zowel voor de eigen (oudere) ouders als voor eigen (klein)kinderen moet zorgen
D
De puber die tussen kind en volwassene in zit

Slide 14 - Quiz

Wat is het lege-nest-syndroom?
A
Ouders die verdrietig zijn als hun kind het huis uitgaat
B
Kinderen met scheidingsangst
C
Een baby die het liefst bovenop mama slaapt
D
Een kind met heimwee

Slide 15 - Quiz

Het kortetermijngeheugen van een oudere gaat achteruit. Dat hoort bij...
A
Fysieke ontwikkeling
B
Sensorische ontwikkeling
C
Taalontwikkeling
D
Denkontwikkeling

Slide 16 - Quiz

Wat hoort NIET bij de fysieke ontwikkeling van de oudere?
A
Het lichaam heeft minder kracht
B
De meno- of penopauze start
C
Het evenwichtsgevoel vermindert
D
Horen en zien wordt moeilijker

Slide 17 - Quiz