1. Achtergronden en Oorzaken

Ga naar lessonup.app
Gebruik code  zcbtv om jezelf in klas 3D te plaatsen. 
Kies voor inloggen met Office 365 en gebruik je schoolaccount voor het inloggen. 
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Ga naar lessonup.app
Gebruik code  zcbtv om jezelf in klas 3D te plaatsen. 
Kies voor inloggen met Office 365 en gebruik je schoolaccount voor het inloggen. 

Slide 1 - Diapositive

De Eerste Wereldoorlog 1914-1918
1. Achtergrond en Oorzaken

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen:
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een oorzaak en een aanleiding.
  • Je kent de oorzaken en aanleiding van de Eerste Wereldoorlog en kunt deze herkennen in bronnen. 

Slide 3 - Diapositive

Oorzaken en aanleiding

Slide 4 - Diapositive

Vaardigheid: aanleiding en oorzaken herkennen
  • Oorzaken = waarom iets gebeurt. Vind je door te vragen 'waardoor?' Zijn er meestal meerdere en kunnen al lange tijd bestaan.
  • Aanleiding = meest directe oorzaak; kan er dus maar eentje zijn. Ook wel: de druppel die de emmer doet overlopen. 

Slide 5 - Diapositive

Een gebeurtenis...
A
Heeft maar één oorzaak
B
Heeft altijd meerdere oorzaken
C
Heeft een aanleiding.

Slide 6 - Quiz


Oorzaken:
  1. Nationalisme
  2. Militarisme
  3. Imperialisme
  4. Frans-Duitse oorlog van 1871
  5. Bondgenootschappen

Aanleiding:
  • Moord op Franz-Ferdinand, de kroonprins van Oostenrijk-Hongarije

Slide 7 - Diapositive

Oorzaken: Nationalisme (1)
  • Natie: volk dat zich een eenheid voelt                                                                                                                bv. door zelfde taal, geschiedenis, religie, gewoontes (cultuur) 
  • Nationalisme: 
  1. Trots zijn op je volk
  2. Streven van een volk naar een eigen staat                                                                                        Probleem: niet elk volk heeft een eigen land 
       Meerdere volken in één land: spanning 
  • Nationalisme groeit sterk in 19e eeuw door: 
  1. Opkomst onderwijs (iedereen dezelfde taal) 
  2. Opkomst dienstplicht (iedereen tijdje vechten voor zijn land) 
  3. Franse bezetting door Napoleon (toch wel fijn die eigen cultuur) 

Slide 8 - Diapositive

Oorzaken: nationalisme (2)
  • Gevaren door nationalisme: 
  • Landen willen het grootste en het beste zijn => oorlog om koloniën. 
  • Ieder volk wil eigen land hebben (problemen op de Balkan) 

Slide 9 - Diapositive

Welk woord heeft niets te maken met nationalisme?
A
vlag
B
taal
C
mitrailleur
D
volkslied

Slide 10 - Quiz

Probleem: meervolkerenstaten
  • In Europa twee meervolkerenstaten: een land waarin meerdere volken samenwonen. 
  • Probleem: vaak 1 dominant volk terwijl de andere volken onderdrukt worden.

Slide 11 - Diapositive

Meervolkerenstaat - Oostenrijk Hongarije

Slide 12 - Diapositive

Het Ottomaanse Rijk

Slide 13 - Diapositive

Verval van het Ottomaanse Rijk
  • Volkeren binnen het Ottomaanse Rijk verlangen naar een eigen staat.

  1. Hierdoor breken in het Ottomaanse Rijk opstanden uit.
  2. Het Ottomaanse Rijk wordt 'de Zieke man van Europa'.
  3. Steeds meer volken worden onafhankelijk

Slide 14 - Diapositive

Oorzaken: militarisme (1)
Nationalisme leidt tot militarisme: liefde voor het eigen leger en oorlog
 
  • Eigen leger moet zo sterk mogelijk zijn => wapenwedloop: zo snel mogelijk zo veel mogelijk wapens krijgen 

Slide 15 - Diapositive

Oorzaken: militarisme (2)
  • Voorliefde voor militair vertoon 
  • Idee dat je problemen oplost met geweld 
  • Europese volken willen wel oorlog om te kijken wie er de sterkste was.  
  • Landen hadden al plannen klaarliggen om hun buurlanden aan te vallen 

Slide 16 - Diapositive

Oorzaken: Imperialisme
  • Imperialisme: een wereldrijk opbouwen door zoveel mogelijk koloniën te veroveren => grondstoffen voor de eigen industrie 
  • Strijd tussen Europese landen om grondgebied buiten Europa. 

Slide 17 - Diapositive

Japan
Rusland
Frankrijk
Duitsland
Groot-Brittannië
China

Slide 18 - Question de remorquage

Oorzaken: Frans-Duitse oorlog (1871)

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Oorzaken: Frans-Duitse Oorlog (2)
Gevolgen Frans-Duitse oorlog:
  • De Duitse staatjes gaan samen 1 land vormen 
  • Frankrijk raakt belangrijk industriegebied kwijt 
  • Machtsverhoudingen Europa veranderen 
  • Frankrijk wil wraak 

Slide 21 - Diapositive

Oorzaken: bondgenootschappen
  • Machtsverhoudingen in Europa zijn na 1871 veranderd
  • Duitsland = erg sterk na Frans-Duitse oorlog 
  • Bescherming hiertegen in bondgenootschap: groep landen die elkaar steunen 
  • Triple Entente (geallieerden) : Frankrijk, Verenigd Koninkrijk en Rusland 
  • Triple Alliantie (centralen): Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Ottomaanse Rijk 

Slide 22 - Diapositive

Rusland
Engeland
Frankrijk

Slide 23 - Question de remorquage

Uit welk bondgenootschap is deze afbeelding afkomstig?
Centralen
Geallieerden

Slide 24 - Question de remorquage

De aanleiding
De moord op Franz-Ferdinand

Slide 25 - Diapositive

Problemen op de Balkan
  • Op de Balkan veel verschillende volken in veelvolkerenstaten
  • Vooral in keizerrijk Oostenrijk-Hongarije veel ontevreden volken 
  • Conflict met Servië
    over Bosnië (wie mag het hebben?)
  • Servië net onafhankelijk van Ottomaanse Rijk (ook een veelvolkerenstaat)

Slide 26 - Diapositive

Bezoek Franz-Ferdinand aan Sarajevo
  • 28 juni 1914: bezoek van kroonprins Franz Ferdinand van O-H aan Sarajevo (Bosnië) 
  • In Bosnië woonden veel Serviërs 
  • 28 juni voor Serviërs dag van nationale rouw (verloren op die dag in 1389 van Osmaanse Rijk) 

Slide 27 - Diapositive

De moord op Franz-Ferdinand
  • Leden van ‘De zwarte hand’ hadden aanslag voorbereid 
  • Servisch-nationalistische groep 
  • Gavrilo Princip schoot Franz-Ferdinand neer

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

De kettingreactie
  1. Princip doodt Frans-Ferdinand (28 juni 1914) 
  2. Oostenrijk zoekt steun bij Duitse keizer 
  3. Wilhelm II geeft Oostenrijk onvoorwaardelijke steun 
  4. Oostenrijk eist dat Servië het Oostenrijkse leger toelaat om nationalisten in Servië op te sporen 
  5. Servië vraagt steun aan Rusland (=broedervolk) 
  6. Rusland mobiliseert zijn troepen (1 aug.) 
  7. Duitsland verklaart de oorlog aan Rusland (1 aug.) 
  8. Frankrijk (bondgenoot van Rusland) mobiliseert 
  9. Duitsland verklaart de oorlog aan Frankrijk (3 aug.) 
  10. Duitsland valt België binnen (neutraal land) 
  11. Engeland verklaart de oorlog aan Duitsland (4 aug.) 
  12. WOI uitgebroken (Centralen – Geallieerden) 

Slide 30 - Diapositive

Wat zie je op de afbeelding?
A
Gevolg van de Eerste Wereldoorlog
B
Aanleiding van de Eerste Wereldoorlog
C
Oorzaak van de Eerste Wereldoorlog

Slide 31 - Quiz

Welke oorzaak staat afgebeeld?

Slide 32 - Question ouverte

Welk begrip?
Vlaggen – volksliederen – kolonies

Slide 33 - Question ouverte

Welke oorzaak is afgebeeld?

Slide 34 - Question ouverte

Dit is een foto van een wapenfabriek uit de Eerste Wereldoorlog.

Van welke oorzaak van de Eerste Wereldoorlog is dit een voorbeeld?
A
Bondgenootschappen
B
Nationalisme
C
Modern imperialisme
D
Bewapeningswedloop

Slide 35 - Quiz