2.1 Welvaart en crisis deel 1

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

2.1 Welvaart en crisis deel 1

Leerdoelen

• Welke politieke en economische veranderingen vonden plaats in Amerika na de Eerste Wereldoorlog?
• De politiek van president Hoover kunnen omschrijven
• Wat is een consumptiemaatschappij?

Oorlogseconomie in de V.S.

V.S. doet vanaf 1917 mee aan de Eerste Wereldoorlog

Overheid bemoeit actief met de economie om de oorlog te winnen

• Productie van oorlogsmaterialen

Hoover president van Amerika

1929 - 1933

• We gaan ons niet bezig houden met conflicten in het buitenland. 

• De overheid moet zich niet meer bemoeien met de economie.

 Kapitalisme

Economisch systeem waarbij er de nadruk op ligt dat ieder bedrijf zelfstandig mag komen tot winst, en waarbij ze zelf mag bepalen wat men met die winst doet. 

 Verenigde Staten

 1900-1929

• VS was vanaf 1900 het rijkste land ter wereld

• De Eerste Wereldoorlog had een gunstig effect op de Amerikaanse economie

• jaren 20: groot optimisme en welvaart 

Consumptiemaatschappij

Een samenleving waar veel luxe artikelen gekocht worden, ook met geleend geld.

consumptiegoederen = iets wat je koopt en zelf gebruikt (voedsel, kleding, huishoudelijke apparaten enz.)

Oorzaken:

1. groot optimisme, alles zal nog beter worden

2. hogere lonen door efficiëntere productie

3. kopen op krediet was heel normaal

Ford

Fordjes worden aan /op de lopende band gemaakt:

"Any customer can have a car painted any colour that he wants so long as it is black (elke klant kan een auto krijgen in de kleur die hij wil, zolang het maar zwart is."

Met behulp van de lopende band slaagde Ford erin iedere 93 minuten een nieuwe auto te produceren. Ongekend voor die tijd. Onbegrijpelijk vonden buitenstaanders het dat Henry Ford op een dag de lonen van zijn arbeiders verdubbelde. Werknemers kregen niet meer $2,34 maar $5 per dag uitbetaald. De Wall Street Journal noemde deze beslissing van de Amerikaanse autofabrikant zelfs een economisch misdrijf.

Ford versterkte op deze manier echter de middenklasse, de markt die hij voor ogen had met zijn T-Ford. Door een trend te zetten wat betreft het verhogen van de lonen, droeg hij er toe bij dat auto’s voor steeds meer mensen uit de middenklasse betaalbaar werden.

De lopende band zorgde voor goedkopere producten -> lonen kunnen stijgen -> stijging koopkracht -> meer vraag naar producten

Herken jij deze apparaten?