Kerst quiz 2024

De grote Kerst- economiequiz 2024
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

De grote Kerst- economiequiz 2024

Slide 1 - Diapositive

Hoe heet het rendier met de rode neus?
A
Rudolf
B
Rudolk
C
Heinrich
D
Betty

Slide 2 - Quiz

Hoe noemen we de drie koningen, die onder andere, aanwezig zijn in de kerststal?
A
Caspar, Balthes en Melchoir
B
Caspar, Balthasar en Melchior
C
Balthasar, Melchoir en Caster
D
Balthasar, Gerards en Caster

Slide 3 - Quiz

Wie heeft het uiterlijk van de Kerstman bedacht?
A
De Kerk
B
De Paus
C
Coca Cola
D
De president van Amerika

Slide 4 - Quiz

Simply having...
A
a Wonderful Christmas Tijd
B
a Wonderful Christmas
C
a Wonderful Christmas Time
D
a Wonderful Christmas Tree

Slide 5 - Quiz

Bij welke afzet behaalt deze producent maximale winst?
A
140.000 stuks (MK=GTK)
B
290.000 stuks (oranje ster)
C
400.000 stuks (paarse ster)
D
500.000 stuks (groene ster)

Slide 6 - Quiz

Kerstkoekjes zijn in december een absolute must. De vraag naar kerstkoekjes is dus prijsinelastisch. Hoe groot kan de elasticiteit zijn?
A
Tussen 0 en 1
B
groter dan 1
C
tussen 0 en -1
D
kleiner dan -1

Slide 7 - Quiz

De prijs van kerstcadeaus is omhoog gegaan. Wat gebeurt er met de vraag naar kerstcadeaus?

A
Verschuift over de vraaglijn naar links
B
Verschuift over de vraaglijn naar rechts
C
De hele vraaglijn verschuift naar links
D
De hele vraaglijn verschuift naar rechts

Slide 8 - Quiz

Wanneer begint de adventperiode?
A
2 weken voor kerst
B
3 weken voor kerst
C
4 weken voor kerst
D
5 dagen voor kerst

Slide 9 - Quiz

Voor het knippen moet een kapperszaak 9% btw in rekening brengen. Jerry betaalt voor een knipbeurt € 24,95.

Bereken welk bedrag aan btw hij betaalt.

A
€ 2,25
B
€ 4,33
C
€ 4,80
D
€ 2,06

Slide 10 - Quiz

Wat komt er nu?
Driving home for ...
A
Kerstmis
B
Diner
C
New year's evening
D
Christmas

Slide 11 - Quiz

Wat zie je in het oranje vak?
A
Omzet
B
Evenwichtsprijs
C
Consumentensurplus
D
Producentensurplus

Slide 12 - Quiz

Waar woont de Kerstman?
A
Duitsland
B
Nergens
C
Amerika
D
Noordpool

Slide 13 - Quiz

Waar werd Jezus geboren?
A
Jeruzalem
B
Nazareth
C
Rome
D
Bethlehem

Slide 14 - Quiz

Wat is het doel van een begroting?
A
Een begroting zorgt ervoor dat je genoeg geld uitgeeft.
B
Een begroting dient als bewijs voor de belastingdienst
C
Een begroting geeft je inzicht in je toekomstige inkomsten en uitgaven.
D
Een begroting is een goede oefening in hoofdrekenen.

Slide 15 - Quiz

Hoeveel omzet maakten de supermarkten in 2024?
A
25,6 miljoen
B
25,6 miljard
C
50,1 miljoen
D
50,1 miljard

Slide 16 - Quiz

Van welk van de genoemde landen geven de inwoners gemiddeld het meest geld aan Kerst uit?
A
Verenigde Staten
B
Tsjechië
C
Roemenië
D
Verenigd Koninkrijk

Slide 17 - Quiz

Wanneer was de
laatste witte Kerst ?
A
2010
B
1981
C
2003
D
2007

Slide 18 - Quiz

Welk land is in Europa de belangrijkste kerstbomenproducent?
A
Denemarken
B
Zweden
C
Noorwegen
D
Finland

Slide 19 - Quiz

Wat zijn de drie functies van geld?
A
Rekenmiddel, ruilmiddel en spaarmiddel
B
Ruilmiddel, betaalmiddel en spaarmiddel
C
Spaarmiddel, rekenmiddel en oppotmiddel
D
Spaarmiddel, rentemiddel en ruilmiddel

Slide 20 - Quiz

Welke dieren horen thuis in de Kerststal ?
A
schapen, koeien, een paard en een ezel
B
een ezel, kippen, konijnen en een paard
C
schapen, lammeren, een os een ezel en een dromedaris
D
goudvissen

Slide 21 - Quiz

TK = 100.000 + 40Q
TO = 60Q
Welke uitspraak is niet waar?
A
De constante kosten zijn €100.000
B
De variabele kosten per stuk zijn 40Q
C
De prijs van het product is €60
D
De marginale omzet is €60

Slide 22 - Quiz

In India versieren ze geen kerstboom. Wat versieren zij dan rond de Kerst?
A
Een bananenboom met olielampjes
B
101 kaarsjes bij een beeld van Ganesha
C
Mistletoe met kerstlampjes
D
Ze versieren niets. Dat brengt ongeluk.

Slide 23 - Quiz

Wat doen heel veel Nederlanders op
Tweede Kerstdag met het avondeten?
A
Eten?! Laat maar: ik zit nog vol van Eerste Kerstdag!
B
Chinees halen
C
Gourmetten
D
Chocoladeletters eten

Slide 24 - Quiz

Een hele fijne kerstvakantie gewenst!

Slide 25 - Diapositive