Les 4: Verbanden en signaalwoorden herkennen

Doel, evaluatie, gevolg!
Les 4: verbanden en signaalwoorden herkennen
H
H2  - Periode 3
2022-2023
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Doel, evaluatie, gevolg!
Les 4: verbanden en signaalwoorden herkennen
H
H2  - Periode 3
2022-2023

Slide 1 - Diapositive

Terugblik: weet je het nog?
De vorige les hebben we gekeken naar alineaverbanden en zinsverbanden

Slide 2 - Diapositive

Noem 1 ding wat je hebt onthouden van de vorige les over signaalwoorden en zins-of alineaverbanden

Slide 3 - Question ouverte

Na deze les...
...weet ik wat signaalwoorden zijn.
...kan ik de verschillende signaalwoorden herkennen een tekst.
...weet ik welke zeven tekstverbanden er zijn.
...kan ik laten zien welke verbanden bij de signaalwoorden horen.
...kan ik laten zien hoe ik de twee delen van een verband moet opschrijven.

Slide 4 - Diapositive

Wat gaan we doen?
1. Uitleg tekstverbanden & signaalwoorden
2.Aan de slag! Slepen maar!
3. Aan de slag! Oefenen herkennen tekstverbanden & signaalwoorden
4. Vooruitblik
5. Extra oefenen

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Signaalwoorden en verbanden
Ik vind je leuk en ik wil je kussen.
Ik vind je nu echt stom, maar ik wil je wel kussen.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Signaalwoorden Blok 3 Op Niveau (blz. 143)
  • uitspraak-opsomming
ook, verder, bovendien, nog, daarnaast, niet alleen...maar ook, ten eerste, ten tweede, ten derde
  • uitspraak-tegenstelling
maar, daarentegen, echter, integendeel, enerzijds...anderzijds, daar staat tegenover
  • uitspraak-voorbeeld
bijvoorbeeld, als voorbeeld, zoals, zo

Slide 9 - Diapositive

Signaalwoorden en verbanden (voorbeeld)
De Open Dag op het ATC was goed georganiseerd. Zo werden er allemaal leuke cadeaus uitgedeeld aan de leerlingen uit groep 8.

1. Wat is het signaalwoord?

2. Welk verband hoort daarbij?

3. Noteer de delen van het verband.



Slide 10 - Diapositive

2. Slepen maar!

Slide 11 - Diapositive

Welk tekstverband geeft het signaalwoord aan?
Sleep de signaalwoorden naar het goed tekstverband.
uitspraak-opsomming
uitspraak-tegenstelling
uitspraak-voorbeeld
echter
denk aan
verder
onder andere
daarnaast
hoewel

Slide 12 - Question de remorquage

Welk tekstverband geeft het signaalwoord aan?
Sleep de signaalwoorden naar het goed tekstverband.
uitspraak-opsomming
uitspraak-tegenstelling
uitspraak-voorbeeld
echter
denk aan
verder
onder andere
daarnaast
hoewel

Slide 13 - Question de remorquage

3. Aan de slag!
Ga naar LessonUp: les 4 Verbanden en signaalwoorden.
Maak slides 15-22.
Al klaar? Maak slides 23-27.
Let op: de eerste 5 minuten mag je praten, daarna is het stil!
timer
15:00

Slide 14 - Diapositive

Lees deze tekst. Maak daarna de vragen. Daarvoor moet je soms terugbladeren naar deze slide (slide: 15).

Slide 15 - Diapositive

1. Is 'maar' een signaalwoord voor het verband uitspraak-tegenstelling? Leg jouw antwoord uit.

Slide 16 - Question ouverte

Lees de zin 'Ook is ... op telefoonschermen'. (regel 11-12)
a. Geeft het woord 'Ook' hier een opsomming aan?
b. Leg uit.

Slide 17 - Question ouverte

3. In de laatste alinea staat een ander signaalwoord voor het verband uitspraak-opsomming.
a. Schrijf dat woord op.
b. Schrijf de twee delen van de opsomming op.

Slide 18 - Question ouverte

Lees de tekst op de volgende website.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Lien

4. In de tekst staat: "Altijd heb ik respect gehad voor James Corden omdat hij zich tegelijkertijd kon concentreren op autorijden en zingen: maar nu voel ik me verraden”
a. Welk signaalwoord voor het verband uitspraak-reden herken je?
b. Wat zijn de twee delen van dit verband? Schrijf op.

Slide 21 - Question ouverte

5. In de tekst staat: "Altijd heb ik respect gehad voor James Corden omdat hij zich tegelijkertijd kon concentreren op autorijden en zingen: maar nu voel ik me verraden”
a. Welk signaalwoord voor het verband uitspraak-tegenstelling herken je?
b. Noteer de twee delen van het verband.

Slide 22 - Question ouverte

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor uitspraak-tegenstelling?
A
zoals
B
daarnaast
C
echter
D
zo

Slide 23 - Quiz

'Daarnaast'

Welk verband geeft dit signaalwoord aan?
A
Uitspraak-tegenstelling
B
Uitspraak-opsomming
C
Uitspraak-voorbeeld

Slide 24 - Quiz

'maar'

Welk verband geeft dit signaalwoord aan?
A
Uitspraak-opsomming
B
uitspraak-tegenstelling
C
uitspraak-voorbeeld

Slide 25 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor uitspraak-voorbeeld?
A
maar
B
bijvoorbeeld
C
en
D
denk aan

Slide 26 - Quiz

Signaalwoorden "ten eerste, ook, bovendien, verder" horen bij:
A
uitspraak-opsomming
B
uitspraak-tegenstelling
C
uitspraak-voorbeeld

Slide 27 - Quiz

6. Vooruitblik: de volgende les...
...ga ik leren over kernzinnen.
...ga ik leren om kernzinnen te ontdekken in een tekst.

Slide 28 - Diapositive

Einde les
Bedankt en tot de volgende keer!

Slide 29 - Diapositive

Bepaal nu met welk onderdeel je nog verder wilt oefenen.
Ga naar Som en in het huiswerk van vandaag vind je een link naar Cambiumned. Hierin staan alle onderwerpen die we hebben behandeld en die je moet kennen nog eens uitgelegd en kun je extra oefenen. Succes!

Slide 30 - Diapositive