Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
tegenwoordige-, verleden- en voltooide tijd
Werkwoordspelling
1 / 15
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Cette leçon contient
15 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
15 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Werkwoordspelling
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je herkent de verschillende vormen van de werkwoorden.
Je schrijft de werkwoorden goed.
Slide 2 - Diapositive
Werkwoorden kun je in 3 tijden schrijven.
tegenwoordige tijd
verleden tijd
voltooide tijd
Slide 3 - Diapositive
Werkwoorden in drie tijden
tegenwoordige tijd
verleden tijd
voltooide tijd
Ik kook. Ik kookte. Ik heb gekookt.
De meisjes lopen. De meisjes liepen. De meisjes hebben gevoetbald.
Hij gaat. Hij ging. Hij is gegaan.
Slide 4 - Diapositive
De lerares Nederlands ontleedt eerst een paar zinnen op het smartbord als voorbeeld.
________
A
tegenwoordige tijd
B
voltooide tijd
C
verleden tijd
Slide 5 - Quiz
In de biologieles hebben we een kikker ontleed.
________
A
tegenwoordige tijd
B
voltooide tijd
C
verleden tijd
Slide 6 - Quiz
Tegenwoordige tijd
ik/ .....jij of je: ik-vorm (stam)
jij... /hij/zij: ik-vorm + t
wij: het hele werkwoord
Bij twijfel: gebruik het werkwoord lopen.
Slide 7 - Diapositive
Verleden tijd
Ik / jij / hij / zij: ik-vorm + de of te
Wij: ik-vorm + den of ten
Bij twijfel: gebruik 't ex kofschip.
1. pak het hele werkwoord.
2. haal -en van het werkwoord af.
3. Zit de laatste letter in 't ex kofschip gebruik je -te, zo niet -gebruik je -de
Slide 8 - Diapositive
Voltooid deelwoord
Er staat altijd een extra werkwoord in de zin. Begint meestal met ge-, be- of ver-.
Je schrijft een -t of een -d aan het eind.
Bij twijfel: gebruik t' ex kofschip.
Slide 9 - Diapositive
Vul het voltooid deelwoord in.
Ik heb wel 10 minuten ...(fietsen)
Slide 10 - Question ouverte
Verleden tijd:
branden
Slide 11 - Question ouverte
In welke tijd staat het werkwoord?
De kip loopt naar het hok.
Slide 12 - Question ouverte
In welke tijd staat het werkwoord?
In de winter sneeuwde het soms.
Slide 13 - Question ouverte
In welke tijd staat het werkwoord?
De bakker bakt lekkere broodjes.
Slide 14 - Question ouverte
In welke tijd staat het werkwoord?
De kinderen zijn naar school gefietst.
Slide 15 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
groep 8 werkwoord spelling cito
Octobre 2024
- Leçon avec
44 diapositives
nederlands
Primary Education
groep 7 werkwoordcito oefenen
Mars 2023
- Leçon avec
35 diapositives
nederlands
Primary Education
Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F
Avril 2018
- Leçon avec
27 diapositives
par
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
Werkwoordspelling
Mai 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Werkwoorspelling klas 2
Mai 2023
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
tegenwoordige-, verleden- en voltooide tijd
Mars 2021
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Werkwoordspelling
Septembre 2023
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Gram 3. persoonsvorm, verleden tijd en voltooid deelwoord
Septembre 2023
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1