Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Les 6
Frans
Slide 1 - Diapositive
Programme
Presentie
Herhalen
HW controle
On va lire!
Au travail
Afsluiting
Devoirs
Slide 2 - Diapositive
Lesdoelen
Na de les...
...kun je vertellen wat voor dag het vandaag is.
...kun je de dagen in de goede volgorde opnoemen.
...kun je een tekst begrijpen over een vakantie in een attractiepark.
...kun je jezelf in het Frans voorstellen.
Slide 3 - Diapositive
Presentie
Slide 4 - Diapositive
-Frans Feitje-
Wist je dat….
Het meest gegeten brood in Frankrijk is natuurlijk de wereldberoemde baquette (stokbrood). In Frankrijk eet men gemiddeld een half stokbrood per dag en dat komt dan op een totaal van (schrik niet) 10 miljard stokbroden per jaar. De volgende keer kijk je toch even anders in je broodmandje op tafel, toch?
Slide 5 - Diapositive
Herhaling
- Dagen van de week
- Jezelf voorstellen
Slide 6 - Diapositive
De eerste dag van de week is....
A
mercredi
B
lundi
Slide 7 - Quiz
De tweede dag van het weekend is...
A
Dimanche
B
Jeudi
Slide 8 - Quiz
deze dag heeft dezelfde twee beginklanken als zaterdag...
A
Samedi
B
Mardi
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Question de remorquage
Jezelf voorstellen
Jeu des cercles
- ga in twee rijen tegenover elkaar staan.
- Rij A begint met vragen stellen.
- Rij B antwoord hier op.
- Schuif een plekje op bij elk geluidssignaal
- Rij A = nu de beantwoorder en rij B = nu de vragensteller.
timer
1:00
Slide 11 - Diapositive
Stel jezelf voor
Slide 12 - Diapositive
HW controle
- Open wb 1A op blz 22 en 23
- Laat mij ex. 5, 6 en 7a zien
Slide 13 - Diapositive
B Lire |Les parcs d'attraction
Ouvre ton livre à la page 26 - 27.
Maak nu eerst ex. 9b. 'Hulpwoorden'
We gaan nu eerst samen lezen. Luister goed en lees mee.
- Lees de titel, de inleiding en bekijk het plaatje: waar denk jij dat de tekst over gaat?
Slide 14 - Diapositive
Au travail!
Faire ex. 10a, b, c et d. + 11a, b + 12a.
10 minuten.
Slide 15 - Diapositive
Afsluiting
Het is vandaag... : Aujourd'hui c'est .....
De dagen van de week begint met ..... dan .... dan .... etc.
Als ik wil zeggen 'hallo, ik heet .... en ben ...jaar oud' doe ik dat als volgt:
Ik kan in een paar zinnen samenvatten waarom een vakantie in een attractiepark leuk zou zijn.