Seksuele voorlichting les 5

1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Wat is grooming?

Slide 7 - Question ouverte

Wat is een embryo?
A
Een pasgeboren baby.
B
De baby in de buik van de moeder.
C
Een ander woord voor menstruatiecyclus.
D
De bevruchte eicel in het begin van de zwangerschap.

Slide 8 - Quiz

Wat is sexting?

Slide 9 - Question ouverte

soa's

Slide 10 - Carte mentale

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

BEGRIPPENLIJST

Slide 23 - Diapositive

Noem minimaal drie secundaire geslachtskenmerken.

Slide 24 - Question ouverte

Welke twee hormonen zorgen voor de ontwikkeling van de secundaire geslachtskenmerken.
A
de hypofyse en testosteron
B
de zaadballen en de eierstokken
C
chlamydia en gonnorreu
D
testosteron en oestrogeen

Slide 25 - Quiz

De menstruatiecyclus duurt ongeveer...
A
2 weken
B
3 weken
C
4 weken
D
9 maanden

Slide 26 - Quiz

Nummer 2 is ...
A
de clitoris
B
de vagina
C
de binnenste schaamlippen
D
de anus

Slide 27 - Quiz

nummer 5 is...
A
de clitoris
B
de vagina
C
de binnenste schaamlippen
D
de anus

Slide 28 - Quiz

nummer 7 is...
A
de clitoris
B
de vagina
C
de binnenste schaamlippen
D
de anus

Slide 29 - Quiz

De meest veilige seks heb je ...
A
als je voor het zingen de kerk uit gaat.
B
als je seks hebt met je vaste partner.
C
met een condoom om.
D
met een condoom + ander voorbehoedsmiddel.

Slide 30 - Quiz

Wat wijst nummer 1 aan?
A
de penis
B
de eikel
C
de teelbal / de zaadbal
D
de balzak

Slide 31 - Quiz

Wat wijst nummer 2 aan?
A
de penis
B
de eikel
C
de teelbal / zaadbal
D
de balzak

Slide 32 - Quiz

Wat wijst nummer 3 aan?
A
de penis
B
de eikel
C
de teelbal / de zaadbal
D
de balzak

Slide 33 - Quiz

Als een meisje ongesteld is verliest ze bloed. Hoe komt dat?

Slide 34 - Question ouverte

Wanneer is een meisje vruchtbaar?
A
Altijd.
B
Als ze menstrueert (ongesteld is).
C
Rond de eisprong in de derde week van de cyclus.
D
Als ze is klaargekomen.

Slide 35 - Quiz

Wanneer is een jongen vruchtbaar?
A
Vanaf de eerste zaadlozing altijd.
B
De eerste week van de maand.
C
Wanneer hij ongesteld is.
D
Tijdens de eisprong.

Slide 36 - Quiz

Wat betekent het woord ....
A

Slide 37 - Quiz

Je bent samen met je vriend/vriendinnetje. Je merkt dat hij/zij verder wil gaan dan jij.
Wat doe je?

Slide 38 - Question ouverte

Je krijgt een naaktfoto doorgestuurd waarop duidelijk te zien is dat het om jouw klasgenoot gaat. Wat doe je? Waarom?

Slide 39 - Question ouverte

Je staat op het punt voor het eerst seks te hebben met je vriendje/vriendinnetje. Jullie hebben allebei geen condoom bij je. Wat doe je?

Slide 40 - Question ouverte

Jezelf seksueel bevredigen / met jezelf vrijen =
A
de SOA
B
masturberen
C
de erectie
D
de voortplanting

Slide 41 - Quiz

de opzwelling van de penis =
A
de erectie
B
het anticonceptiemiddel
C
masturberen
D
de SOA

Slide 42 - Quiz

het anticonceptimiddel =
A
de erectie
B
de eisprong
C
de voortplanting
D
het voorbehoedsmiddel

Slide 43 - Quiz

Slide 44 - Diapositive