Deelopdracht 3, Communicatiemiddel, de criteria
V =Het middel sluit aan bij de persoonlijke omstandigheden van Sanne. Zoals pictogrammen/foto's die de leerdoelen/subleerdoelen of andere relevante informatie weergeven.
G =Er is goed gekeken naar de leerdoelen, subleerdoelen en persoonlijke omstandigheden, deze bepaalden welke manier van communiceren gepast was. Het kunnen diverse verwijzers zijn/ pictogrammen/afbeeldingen/foto’s. Van voorwerpen, handelingen enzovoort. Uit het communicatiemiddel blijkt ook of dit aansluit bij de mogelijkheden van Sanne om het aan te leren. Als er bijvoorbeeld niks gecreëerd wordt, maar de studenten een spraakcomputer in willen zetten, beschrijven ze in een verslag de werking ervan, hoe deze wordt ingezet en vooral ook hoe zij Sanne gaan aanleren hoe zij met zo'n computer aan de slag kan. Zo ook bij bijvoorbeeld gebarentaal.