A2c

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Hola A2C

Hoy:

1. Aan het eind van de les kunnen kunnen jullie opnoemen wat goed gaat met leren en waar jullie nog moeite mee hebt. 

2. Aan het eind. van de les kunnen jullie opnoemen hoe je gaat werken aan de dingen die je nog lastig vindt/ aan moet werken. 

2. Aan het eind van de les hebben jullie de herhaalde stof die je lastig vindt opgeschreven in jullie schrift.

Planning:

- Herhaling toetsstof (zelfstandig bekijken en vragen stellen!)

- Evt. extra uitleg

- Zelfstandig leren --> LET OP SCHRIJF OP HOE JE DIT DOET/WAT JE NA DIE TIJD KAN OF WEET

Herhaling toetsstof

- Negación (ontkenning)

- zeggen hoe vaak je iets doet.

- kloktijden

- getallen 0-100

- werkwoord gustar

- regelmatige werkwoorden presente

- onregelmatige ik-vorm

- ir, jugar, dormir, acostarse, levantarse

Ontkenning

17a. De ontkenning (1)'Niet' of 'geen' vertaal je in het Spaans met 'no'. Het woordje 'no' komt vóór de persoonsvorm. 

Voorbeeldzin:

El chico es holandés. ------> De jongen is Nederlands.

El chico no es holandés. ------->De jongen is niet Nederlands.

LET OP: Heb je twee ontkenningen na elkaar? Dan gebruik je 'no... ni...,ni..

Mi padre no es ni alto, ni bajo. ---------> Mijn vader is niet lang en niet kort.

woorden nada, nadie o nunca kunnen achter de persoonsvorm.

No hay nadie en casa ----> er is niemand thuis

Gebeurtenissen

Estudio todos los días. - Ik studeer elke dag

Tengo una hora de recreo al día. - Ik heb een uur pauze per dag

A veces llego tarde a clase. - Soms kom  ik te laat in de les.

Muchas veces voy en bicicleta. - Ik ga vaak met de fiets.

Hago mis deberes casi siempre. - Ik doe mijn huiswerk bijna altijd. 

No ordeno nunca mi habitación. - Ik ruim nooit mijn kamer op.

Entreno dos veces por semana. - Ik train twee keer per week. 

 Entreno dos veces a la semana. - Ik train twee keer per week.

El reloj

Getallen 0-100

1.  leer 1 t/m 10 goed, deze herhaalt zich continu.

2.  Leer 10 t/m 20 omdat deze anders is dan de rest.

3.  leer de getallen 20, 30, 40, 50, 60, 70, 80, 90

4. Let op! in de 20 gebruiken we de i, vanaf de 30 de y.

Voorbeeld: 

20= Veinte                                             30= treinta

21=veintiuno                                         31= treinta y uno

22= veintidos                                       32- treinta y dos

Gustar

(A mí) me gusta la playa. ----> Ik houd van het strand.

(A ti) te gusta la playa. ------->Jij houd van het strand.

(A él/ella/usted) le gusta la playa. ----> Hij/zij/u houdt van het strand.

(A nosotros/as) nos gusta la playa. ---> Wij houden van het strand.

(A vosotros/as) os gusta la playa. ----> Jullie houden van het strand.

(A ellos/ellas/ustedes) les gusta la playa. ---> Zij houden van het strand./U houdt van het strand.

Als je wilt aangeven wie iets leuk vindt, begin je de zin met 'a' + naam of 'a' + zelfstandig naamwoord.

Presente regulares

onregelmaat in de ik-vorm

Sommige werkwoorden houden zich niet aan de regels. De volgende werkwoorden hebben in de presente een afwijkende ik-vorm.

hacer (doen) - yo hago (ik doe)

salir (uitgaan, vertrekken) -yo salgo (ik ga uit, ik vertrek)

ir (gaan)- yo voy (ik ga)

dar (geven) - yo doy (ik geef)

jugar (spelen) - yo juego (ik speel) 

Sommige werkwoorden vertonen hiernaast ook nog andere onregelmatigheden.

Ir (gaan) , dormir (slapen) y jugar (spelen)

acostarse (gaan liggen, naar bed gaan), levantarse (opstaan)

- Let op!!! Dit zijn wederkerende werkwoorden, dit herken je aan 'SE' achter het werkwoord. Deze vervoeg je dus altijd mee.

Vragen/extra hulp bij:

Ontkenning:

Zeggen hoe vaak je iets doet:

Kloktijden: 

Getallen:

Gustar:

Regelmatige werkwoorden:

Onregelmatige werkwoorden:

Wederkerende werkwoorden:

vocabulaire/frases clave:

Zelfstandig leren

- Komende tijd gaan jullie zelfstandig leren voor de Spaans toets, aan de slag met hetgeen wat jij nog extra wilt oefenen.

- Ik neem één voor één groepjes apart per onderwerp voor extra uitleg/het beantwoorden van vragen.

- Heb je dus tijdens het zelfstandig leren een vraag, schrijf deze dan even op dan kan je deze op een later moment stellen.

- Leren mag met oortjes in, telefoon wil ik niet zien.

- Iedereen blijft op zijn eigen plaats en leert in stilte.

- Als je elkaar wilt overhoren mag dat, doe dit op fluistertoon met je buurman/buurvrouw, zorg dat anderen je dan niet horen.

Deberes

Leren voor de toets. 

Waar moet je nog aan werken? 

Hoe ga je dat aanpakken?