Tiempos verbales A2

• Spaans
• MBO

Presente de Indicativo (onvoltooid tegenwoordige tijd)

De onvoltooid tegenwoordige tijd wordt gebruikt om:

- Informatie te geven over de huidige situatie

Andy y Frans viven en Madrid

- Te praten over dagelijkse gewoontes

Todos los días me desayuno

- Iets te beschrijven

Mi móvil es negro y es marca Appel

Presente AR, ER, IR

Recuerda que los verbos regulares que terminan en AR, ER, IR se conjugan de esta forma

Pretérito Perfecto (Voltooid tegenwoordige tijd)

De pretérito perfecto wordt gevormd met een vorm van het hulpwerkwoord haber + participio (het voltooid deelwoord)

De Pretérito perfecto wordt gebruik

-Voor een handeling of situatie die zich in het verleden heeft voorgedaan en die in verband staat met het heden

Vaak staat er een tijdsaanduiding zoals: hoy, esta mañana, este año (vandaag, vanmorgen, dit jaar)

Pretérito Perfecto

-Voor ervaringen en gebeurtenissen in het verleden. Het precieze tijdstip is onbelangrijk

Vaak staat er een tijdsaanduiding bij als nunca, ya, alguna vez, muchas veces (nooit, al, een keer, vaak)

Futuro (Toekomende tijd) 

Je gebruikt ir a + inifinitivo om te vertellen wat je in de toekomst van plan bent te gaan doen. 

pagina 26 tekstboek

Yo soy holandés

1. Futuro
2. Preterito perfecto
3. Presente

El mes pasado he visitado Madrid

1. Presente
2. Preterito Perfecto
3. Futuro

Vamos a estudiar español

1. Futuro
2. Presente
3. Preterito perfecto

Yo tengo 18 años, estudio en Da Vinci college.

1. Presente
2. Futuro
3. Preterito Perfecto

Yo he trabajado en el supermercado Jumbo como cajero.

1. Preterito Perfecto
2. Futuro
3. Presente

Yo voy a trabajar en el restaurante y en el bar del hotel.

1. Presente
2. Preterito Perfecto
3. Futuro

Yo voy a vivir en el hotel

1. Presente
2. Futuro
3. Preterito Perfecto