Spelling - hoofdletters en interpunctie

Welkom! 
Begintaak:
Schrijf op je blaadje in 5 regels op wat je in de zomervakantie gedaan hebt en wat je ervan vondt. 


timer
2:00
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom! 
Begintaak:
Schrijf op je blaadje in 5 regels op wat je in de zomervakantie gedaan hebt en wat je ervan vondt. 


timer
2:00

Slide 1 - Diapositive

Nakijken

Kijk de whiteboard van je buurman of buurvrouw na. 
Kijk naar: hoofdletters en punten. 

Zijn die goed geplaatst? Teken dan een krul. 
Mis je de hoofdletters en punten? Teken daar dan een cirkel.

Slide 2 - Diapositive

Hoe schrijf ik mevrouw molendijk correct?
A
mevrouw molendijk
B
Mevrouw Molendijk
C
mevrouw Molendijk
D
Mevrouw molendijk

Slide 3 - Quiz

Wanneer gebruiken
we een hoofdletter?

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Waarom is het belangrijk hoofdletters en punten te schrijven?

Slide 7 - Question ouverte

Wat heb ik eraan?
  • Het maakt teksten lezen makkelijker.
  • Mensen beoordelen je teksten op spelling. Mensen vinden het niet netjes wanneer je de regels niet gebruikt. 
  • Je zal later teksten moeten schrijven. E-mails, brieven, etc. 

Slide 8 - Diapositive

Test! 

Vul de juiste antwoorden in. 


Doel: zo min mogelijk fouten maken! 




Slide 9 - Diapositive

Hoe schrijf je:
engelse drop
A
Engelse drop
B
engelse drop
C
Engelse Drop
D

Slide 10 - Quiz

Hoe schrijf je:
januari
A
Januari
B
januari

Slide 11 - Quiz

Hoe schrijf je:
maarten van der aa
A
Maarten van der aa
B
maarten Van der Aa
C
Maarten Van Der Aa
D
Maarten van der Aa

Slide 12 - Quiz

Hoe schrijf je:
's avonds ga ik slapen
A
's avonds ga ik slapen.
B
's Avonds ga ik slapen.
C
'S avonds ga ik slapen.

Slide 13 - Quiz

Oefenen maar! 
Vul het boekje in.

Probeer zo netjes mogelijk te schrijven. 
Denk aan de hoofdletters en punten. 
timer
7:00

Slide 14 - Diapositive

Hoe schrijf je:
ik ga met pasen naar parijs

A
Ik ga met Pasen naar Parijs.
B
Ik ga met Pasen naar parijs.
C
Ik ga met pasen naar Parijs.
D
ik ga met Pasen naar Parijs.

Slide 15 - Quiz

Hoe is het gegaan? 

Slide 16 - Diapositive


Ik heb deze les geleerd...

Slide 17 - Question ouverte

Einde! 
Sluit je laptop helemaal af. Doe je laptop dicht als alles uit is.

Salar: jij mag de whiteboards ophalen.

Tot de volgende keer! 

Slide 18 - Diapositive