Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?
Oftewel, wat is het doel van deze les?
Na deze les weten jullie weer wat een zelfstandig naamwoord is en kun je het meervoud schrijven van woorden die op ie of ee eindigen.
Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Wat gaan we doen?
Voorkennis
Wat weten jullie nog van zelfstandige naamwoorden?
Huiswerk bespreken en evaluatie van deze les
ZELFSTANDIG NAAMWOORD
Zelfstandige naamwoorden kunnen in het
enkelvoud en in het meervoud staan
enkelvoud = één stoel en één bank
meervoud = twee stoelen en twee banken
Veel zelfstandige naamwoorden hebben meervoud op -en
lamp - lampen
mes - messen
weg - wegen
kaas - kazen
lamp + en = lampen
boer + en = boeren
dans + en = dansen
lot + en = loten
Soms moet je tegelijk de laatste letter verdubbelen,
want je hoort een korte klank
klas + s + en = klassen
bak + k + en = bakken
bed + d + en = bedden
Soms moet je tegelijk een a, e, o of u weghalen,
want je hoort een lange klank
schaar - a + en = scharen
been - e + en = benen
sloot - o + en = sloten
Soms moet je tegelijk een -f veranderen in een -v
raaf + f/v + en = raven
brief + f/v + en = brieven
golf + f/v + en = golven
Soms moet je tegelijk een -s veranderen in een -z
baas + s/z + en = bazen
huis + s/z + en = huizen
mees + s/z + en = mezen
In meervoudsvormen
In langere woorden zoals bacterie en fantasie moet je eerst bepalen waar de klemtoon ligt.
Als de klemtoon op de -ie valt, komt er -ën bij: knie → knieën.
Je zegt niet fantasie of fantasie, maar fantasie
Ligt de klemtoon op de laatste lettergreep?
Dan schrijf je + en: fantasie+ en= fantasieën
drie - drieën
categorie - categorieën
epidemie - epidemieën
Ligt de klemtoon niet op de laatste lettergreep?
Als de klemtoon niet op de -ie valt, komt er -n bij.
Je zegt niet bacterie of bacterie, maar bacterie
Dan schrijf je +n: bacterie +n= bacteriën
tralie-traliën(tralies mag ook)
kolonie-koloniën
assurantie-assurantiën
In beide gevallen krijgt de laatste e in het woord een trema: ë
Als een zelfstandig naamwoord in het enkelvoud eindigt op -ee, maak je het meervoud met -ën: fee → feeën.
idee - ideeën
Even checken.
Wie vertelt mij in het kort, wat er zojuist is verteld?
Geen vingers! Ik geef de beurt aan ......................................
Wat nu?
Nogmaals doorlezen theorie blz. 73
Opdrachten maken 1 t/ m 5
blz. 73-74
Bespreken opdrachten en evaluatie van de les