Les 1_H.4 Spelling_1mh

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

GOEDEMIDDAG

welkom 1m/h3!

Vandaag

Mededelingen

1. Boekpromoties
2. Leesboek 2
3. Oefenen werkwoordspelling met opdrachten van H.3 (blz.84), H.5 (blz. 136) en H.6 (blz. 162), paragraaf Taalverzorging spelling. Kijk het na met behulp van de antwoorden (GC)
4. 
   

                                    

Mededelingen vooraf:

• Leesboek 3 kiezen, lees iedere dag 10 minuten!
• Planner periode 4
  
• Twee groepen, twee werkwijzen
• Keuzeopdrachten boek 2 o/v/g/, eind deze week je beoordeling. Indien onvoldoende, moet je het opnieuw maken

Meike, Levi op 3 maart 

Noah, Matthijs op 5 maart

boek 2: Amin, Finn, Vieiro en Wessel

VANDAAG: Spelling H.4 

Leerdoel

1. Je kan voltooide deelwoorden
    goed spellen.                                      

Voltooid deelwoord

Het voltooid deelwoord (vd) is een van de vormen van het werkwoord.
Als het voltooid deelwoord in het werkwoordelijk gezegde voorkomt, staat er altijd een vorm bij van hebben, zijn of worden. Bijvoorbeeld: – Ik heb in de vakantie gewerkt.

– Mijn zus is vertrokken.

– De brug wordt hersteld.

Voltooid deelwoord

Zo schrijf je het voltooid deelwoord

• Sommige werkwoorden hebben een voltooid deelwoord dat op -en eindigt:

(zij heeft) gegeten, (ik ben) gevallen, (wij werden) gekozen.

Voltooid deelwoord

Zo schrijf je het voltooid deelwoord

• Andere werkwoorden hebben een voltooid deelwoord dat op -d of -t eindigt. Gebruik de verlengproef om de laatste letter te vinden: Ik heb het verdien…. Je hoort verdiende, dus je schrijft verdiend.

Voltooid deelwoord

Zo schrijf je het voltooid deelwoord

Als je niet goed kunt horen welke letter je moet schrijven of als je zeker wilt weten wat de laatste letter moet zijn, gebruik je
 ’T (e) X - F (o) K S CH (aa) P. Je schrijft een -t als de laatste letter van de stam van een werkwoord hier WEL in zit. 

Anders schrijf je een -d.

Na deze les kan ik het voltooid deelwoord goed spellen.

😒🙁😐🙂😃

HUISWERK 

Hoofdstuk 4. Spelling. 

Maak opdracht 2, 3 en 4. 

Blz. 111.

Inleveren in Google 

classroom.