Politiek: oefentoets T3 2024

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 3

Voorbereidende les op de toets

Zorg dat je goed leert, het is een moeilijk onderwerp!

De toets is vrijdag

 Wat is politiek?

Politiek is "het maken van keuzes en het nemen van besluiten waardoor een land, provincie of gemeente bestuurd kan worden."

De mensen die dat doen heten 'politici'. 

Nederland is een indirecte democratie. Dat betekent: geen referendum, maar volksvertegenwoordigers. 

Welke mensen vormen samen de overheid?

1. Politici en de politie
2. Politici en ministers
3. Politici en ambtenaren
4. Ministers en de politie

Welke partij past bij jou?

In Nederland hebben we vaak verkiezingen. Dit jaar was dat voor de Tweede Kamer. Als je gaat stemmen gebruik je je actief kiesrecht.

Je kunt politieke partijen opdelen in linkse, midden en  rechtse partijen. Linkse partijen willen een actieve overheid. Rechtse partijen willen een passieve overheid.

Waarvan maken deze mensen gebruik?

1. Actief kiesrecht
2. Passief kiesrecht

Wat is passief kiesrecht?

1. Het recht om je verkiesbaar te stellen
2. Het recht om te mogen stemmen

Gelijkheid

Vrijheid

actieve overheid

passieve overheid

Midden overheid

Samenwerken

Geld moet eerlijk verdeeld worden.

Iedereen zorgt voor zichzelf. 

Welke politieke stromingen heb je in Nederland?

1. Liberalisme, confessionalisme, feminisme
2. Socialisme, liberalisme
3. Christen-democratie, liberalisme, sociaal-democratie
4. Communisme, confessionalisme, liberalisme

Koppel het juiste antwoord aan links of rechts.

Links

Rechts

Kwetsbaremensen

Eigen verantwoordelijkheid

Kleine overheid

Grote overheid

Lage belastingen

Hoge belastingen

Terugblik hoofdstuk 2

Extra stuk p. 62/63. De politieke partijen

(Van links naar rechts)

SP

GroenLinks

Partij voor de Dieren

DENK

PvdA

D66

50Plus

ChristenUnie

CDA

SGP

VVD

PVV

Forum voor Democratie

Koppel het juiste antwoord aan links, midden of rechts.

Links

Rechts

Midden

D66

DENK

Forum voor Democratie

SP

PVV

CDA

PvdA

Terugblik hoofdstuk 2

 Stromingen in de politiek

Het woord 'solidariteit' past het beste bij:

1. Liberalisme
2. Sociaal-democratie
3. Christen-democratie

Welke partij is liberaal?

1. VVD
2. GroenLinks
3. PvdA
4. CDA

Welke waarde hoort bij welke politieke stroming?

Gelijkwaardigheid

Naastenliefde

Economische vrijheid

SOCIALISTEN

CHRISTENDEMOCRATEN

LIBERALEN

Solidariteit

Persoonlijke vrijheid

De regering regeert

Nederland wordt bestuurd door de regering, die bestaat uit de koning en de ministers. De koning heeft weinig macht maar zet wel een handtekening onder nieuwe wetten. De ministers hebben meer macht. Zij hebben twee taken: wetten voorbereiden en wetten uitvoeren. Ze worden geholpen door hun staatsecretarissen. 

In het regeerakkoord en de miljoenennota staan alle plannen van het kabinet voor de komende tijd. 

Juist of onjuist?
"Ministers kunnen wetten maken en wetten goedkeuren."

1. Juist
2. Onjuist

Noem minstens drie taken van de koning.

Het parlement controleert

Het parlement bestaat uit de Eerste Kamer en Tweede Kamer. 

De twee hoofdtaken van het parlement zijn: stemmen over wetsvoorstellen en het controleren van de regering.

De partijen in de Tweede Kamer die samen de regering vormen, noem je de coalitie. Partijen die het niet eens zijn met de regering noem je de oppositie.

Juist of onjuist?
"De Tweede Kamer moet over iedere wet stemmen."

1. Juist
2. Onjuist

De partijen in de Tweede Kamer die samen de regering vormen noem je de:

De Tweede Kamer heeft twee taken: de controlerende en de wetgevende.  Geef aan bij welke taak van de Tweede Kamer elk recht hoort. 

Controlerende taak

Wetgevende taak

Recht van initiatief

Recht van interpellatie

Recht van amendement

Recht van enquete

Regering :

1. Koning + ministers
2. Ministers + staatssecretarissen

Het nieuwe kabinet is gevormd.
Wie zitten er in het kabinet?

1. Minister president Schoof
2. Ministers en Staatssecretarissen
3. De Tweede Kamer
4. Ministers en de Koning

Wie worden er niet rechtstreeks door het volk gekozen?

1. Eerste Kamer
2. Tweede Kamer
3. Provinciale Staten
4. Gemeenteraad

Wie besturen dan de gemeente? 

• Burgemeester en wethouders
• Gemeenteraad

De gemeente

Waarmee kun je de gemeenteraad het beste vergelijken?

1. Het kabinet
2. De Eerste & Tweede Kamer
3. De regering
4. Het college van B en W

Wie besturen de gemeente?

1. Alleen de burgemeester
2. Gemeenteraad
3. College B & W
4. Gemeenteraad en College B & W

Met wie kan je de wethouder vergelijken?

1. Met de burgemeester.
2. Met een lid van de gemeenteraad.
3. Met de minister.
4. Met de minister-president.