Anatomie en pathologie spijsvertering

De spijsvertering
Oefentoets
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

De spijsvertering
Oefentoets

Slide 1 - Diapositive

Amylase
Vili
Feses
Pepsine
Stoma
Sleep de woorden naar de juiste plek. 
Zetmeel splitsend enzym
Enzym geproduceerd in de maag
Kleine plooien in het darmslijmvlies
Kunstmatige dikke darm uitgang
Ontlasting

Slide 2 - Question de remorquage

Hiernaast zie je het spijsverteringsstelsel.
Benoem de 11 onderdelen.
(klik op het plaatje om te vergroten)

Slide 3 - Question ouverte

Wat is de functie van ons speeksel?
A
Vertering van het voedsel
B
Smeuïg maken van de voedselbrij
C
Emulgeren van vetten in onze voeding
D
Geeft meer smaak aan de voeding

Slide 4 - Quiz

Vertering van voedsel vindt plaats door:
A
Peristaltiek
B
Goed kauwen van het eten
C
Vitaminen
D
Enzymen

Slide 5 - Quiz

Plaats de functie van het spijsverteringsstelsel in de goede volgorde
.

.
.
.

.

Uitscheiding
Resorptie
Vertering
Transport

Slide 6 - Question de remorquage

Waarvoor dienen eiwitten?
A
Bouwstoffen voor je lichaam
B
Afval product
C
Energie leverancier
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 7 - Quiz

Wat is een enzym?
A
Een voedingsstof
B
Een verteringsstof
C
Een stof die omzetting van een andere stof bevordert
D
Een stof die omzetting van een andere stof vertraagd

Slide 8 - Quiz

Noem drie enzymen en vertel wat hun werking is.

Slide 9 - Question ouverte

Hoe worden ons drinken en eten naar de maag verplaatst?
A
Beiden door de zwaartekracht
B
Drinken door zwaartekracht en eten door peristaltiek
C
Beiden door peristaltiek

Slide 10 - Quiz

Wat is de functie van onze slokdarm?
A
Verteren van voedsel
B
Transporteren van voedsel
C
Malen van het voedsel
D
Opnemen van voedingsstoffen

Slide 11 - Quiz

Als we slikken wordt onze neusholte afgesloten door een orgaan. Welke is dat?
A
Amandel
B
Strottenklepje
C
Huig
D
Tong

Slide 12 - Quiz

Wat is de functie van maagzuur?
A
Doden van bacteriën
B
Verteren van voedsel
C
Maken van de voedselbrij
D
Beschermen van de maagwand

Slide 13 - Quiz

Wat bedoelen we met "instrinsic factor van de maag"?
A
Maagzuur
B
Eiwitsplitsend enzym
C
Hormoon die suiker waarde omlaag brengt
D
Vit-B12 bindende stof

Slide 14 - Quiz

Sleep de woorden op de juiste plek
De maagportier regelt de ............................ 

van .............................. naar .........................

Instroom
Uitstroom
Slokdarm
12-vingerige darm
Maag

Slide 15 - Question de remorquage

Leg uit wat de welke 2 belangrijke functies de maag heeft

Slide 16 - Question ouverte

Welk vitamine gebrek kan er optreden als gevolg van een maagverkleining?
Welke gevolgen kan dat hebben, noem er twee

Slide 17 - Question ouverte

Welke hoort niet in het rijtje thuis?
A
Blinde darm
B
Nuchtere darm
C
Sigmoïd
D
Colon transversum

Slide 18 - Quiz

Welke hoort niet in het rijtje thuis?
A
twaalfvingerige darm
B
Nuchtere darm
C
Endel darm
D
Kronkeldarm

Slide 19 - Quiz

Hepar
Pancreas
Gaster
Oesophagus

Slide 20 - Question de remorquage

Waar vindt de meeste opname van voedingsstoffen plaats?
A
Maag
B
12-vingerige darm
C
Dunne darm
D
Dikke darm

Slide 21 - Quiz

Welk orgaan zorgt er voor je suikerbalans in het lichaam?
A
Maag
B
Darm
C
Lever
D
Alvleesklier

Slide 22 - Quiz

Vul de juiste tekst in
De ................................. maakt............... ................... aan die er voor zorgt dat onze bloedsuikerspiegel daalt.

Ook maakt hij ............................ die er voor zorgt dat onze bloedsuikerspiegel stijgt
Insuline
Glucagon
pancreas

Slide 23 - Question de remorquage

Waar wordt vitamine K aangemaakt?
A
lever
B
Maag
C
Dunne Darm
D
Dikke darm

Slide 24 - Quiz

Oefenen met de Spijsvertering

Slide 25 - Diapositive

Reflux treedt vooral op in liggende houding, braken kan ik allerlei houdingen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

Reflux ontstaat zonder kracht, braken met kracht
A
Juist
B
onjuist

Slide 27 - Quiz

Bij reflux is er meestal gal bijmenging en bij braken meestal niet
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

Waardoor ontstaat reflux?

Slide 29 - Question ouverte

Wat is melena?
A
Eerste ontlasting van een baby
B
Zwarte ontlasting door verteerd bloed
C
Bloed braken
D
Zwart braaksel door verteerd bloed

Slide 30 - Quiz

Noem vier oorzaken van braken

Slide 31 - Question ouverte

Wat is obstipatie?
A
Normaal ontlastingspatroon
B
Dunne ontlasting
C
Veel ontlasting
D
Verstopping van de darmen

Slide 32 - Quiz

Noem 2 gevolgen van een slikstoornis

Slide 33 - Question ouverte

Noem drie oorzaken van chronische diarree

Slide 34 - Question ouverte

Wat is projectielbraken en hoe komt dit?

Slide 35 - Question ouverte

Noem drie gevolgen van braken

Slide 36 - Question ouverte

Noem twee neurologische slikstoornissen

Slide 37 - Question ouverte

Dit was weer een leerzame oefentoets
A
Juist
B
Onjuist

Slide 38 - Quiz