Presenteren Fictieopdracht

Welkom!
Je legt je spullen voor de les klaar:

-laptop (dicht);
en gaat rustig zitten.

timer
2:30
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Je legt je spullen voor de les klaar:

-laptop (dicht);
en gaat rustig zitten.

timer
2:30

Slide 1 - Diapositive

timer
8:00

Slide 2 - Diapositive

Presenteren kun je leren!

Slide 3 - Diapositive

Voor de klas presenteren vind ik
A
Best een beetje spannend
B
Eigenlijk wel leuk
C
mijn grootste nachtmerrie
D
Supergaaf

Slide 4 - Quiz

Waar denk je aan bij "presenteren" ?

Slide 5 - Carte mentale

Je hebt vast weleens een speekbeurt gehouden op de basisschool. Is dat ook " presenteren" ?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quiz

0

Slide 7 - Vidéo

Wat vond je goed gaan tijdens deze spreekbeurt?

Slide 8 - Question ouverte

Waar moet je op letten tijdens presenteren voor een groep:
- Geef je presentatie een heldere opbouw, met een begin, een middenstuk en een afronding.
- Laat samenhang zien (logische opbouw, gebruik signaalwoorden etc.)
- Hou je aan de gestelde tijd.
- Zorg voor contact met je publiek en wissel oogcontact af met 
" spieken"  op je blaadje ( of PowerPoint).






Slide 9 - Diapositive

Waar moet je op letten tijdens presenteren voor een groep:
- Pas je taalgebruik aan het publiek aan.
- Als je een foutje maakt, verbeter jezelf dan.
- Blijft trouw aan het spreekdoel (passend bij het onderdeel van de presentatie); laat afwisseling zien tussen bijvoorbeeld informatief en onderhoudend.
 -Bereid je presentatie voor (spiekblaadje).

Slide 10 - Diapositive

Waar moet je op letten tijdens presenteren voor een groep:
- Zorg dat je goed verstaanbaar spreekt en in een goed tempo.
- Jouw houding, intonatie en mimiek ondersteunen wat je zegt.
- Gebruik een verzorgde Powerpoint (= is gelijk een soort spiekblaadje).
- Een PP heeft dia's met steekwoorden / korte zinnen. Geen grote stukken tekst! Die informatie geef je namelijk mondeling! Dus wel plaatjes en woorden / korte zinnen... niet jouw hele presentatie opschrijven!

Slide 11 - Diapositive

Welke tip zou jij geven aan een klasgenoot die dit heel spannend vindt?

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Vidéo

Wat vond jij de beste tip in het filmpje?

Slide 14 - Question ouverte

Opbouw van een presentatie
Een goede presentatie heeft een duidelijke opbouw:

inleiding: je opening, wat ga je vertellen / doen / laten zien in welke volgorde

middenstuk (kern): de informatie die je wilt geven over jouw onderwerp

slot: je afsluiting, bijvoorbeeld een conclusie, het publiek bedanken, checken of er nog vragen zijn

Slide 15 - Diapositive

Houding, intonatie en mimiek
Houding = hoe je voor de klas staat, de stand van je benen en schouders bijvoorbeeld.

Intonatie =  het omhoog en omlaag gaan van je stem tijdens praten, op welke woorden je de nadruk legt.

Mimiek = de uitdrukking van je gezicht, wat jouw gezicht "vertelt" (zonder woorden).

Slide 16 - Diapositive

Welke houding lijkt jou een goede houding als je voor een groep staat?
A
nummer 1
B
nummer 2
C
nummer 3
D
nummer 4

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Vidéo

Als je een fout maakt......
Nou en! Dat doet iedereen! 

Verbeter jezelf als dat kan en ga gewoon door. 

Slide 19 - Diapositive

Wat is een goed " spiekbriefje"?
Je kunt jouw PowerPoint presentatie gebruiken als "spiekbriefje", door af en toe op je scherm te kijken.

Je kunt ook een notities (op papier) gebruiken als geheugensteuntje. Per dia schrijf je notities op.

Slide 20 - Diapositive

Een oefening: een leerling mag voor de klas komen staan en vertelt 30 seconden over het onderwerp waar de spinner stopt. 

Slide 21 - Diapositive

Heb je nu genoeg informatie om zelf een goede presentatie voor te bereiden?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Afsluiting
We bespreken deze LessonUp na. 

Zijn er nog vragen? Wil je nog iets zeggen?

Dankjewel voor de aandacht en inzet!

Slide 23 - Diapositive

Aan de slag: gedicht
Je werkt aan je gedicht (eigen onderwerp, denk aan: vakantie, liefde, eerste schoolweken, vriendschap);
of
Je maakt een Sinterklaasgedicht (voor 'de lieve Sint' actie);
*Voor wie verzorgt jullie klas de cadeaus en gedichten?
*Wie wil het gedicht maken?
*Je maakt het gedicht in een groepje van max. 3/4.
timer
20:00

Slide 24 - Diapositive