2A - recap unit 6 en catch up

• Engels
• Voortgezet speciaal onderwijs

recap grammar

yellow

* present perfect (= vtt)

* possessives (bezit)

* comparison (vergelijken)

* irregular verbs

* could/ couldn't

Welke optie is correct?

1. He has worked hard.
2. He have worked hard.

Welke optie is correct?

1. Pete and Rob has seen that movie twice.
2. Pete and Rob have seen that movie twice.

Welke optie is correct?

1. Have James and I seen a cat?
2. Has James and I seen a cat?

Welke optie is correct?

1. Haven't she said anything?
2. Hasn't she said anything?

Welke optie is correct?

1. Tom have done something to that cat!
2. Tom hasn't done anything to that cat!

welke zin is correct?

1. My sister haven't seen a cat.
2. My sister hastn't seen a cat.

welke zin is in de present perfect?

1. He walks home alone.
2. He has walked home alone.
3. Yesterday he walked home alone.

is de regel voor present perfect:

1. start en stop in de verleden tijd
2. start in verleden + nu nog een effect
3. nu bezig

Welke zin is in de present perfect?

1. He hasn't walked outside.
2. He was walking outside.
3. He walked outside.
4. Does he walk outside?

present perfect

- als het niet belangrijk is wanneer precies

- dus geen tijdsbepaling in de zin

- als het in verleden begon en nu nog effect

hoe maak je de present perfect

             to have + verb 3 (= voltooid deelwoord)

* let dus op om wie het gaat: has/ have

- 3e vorm van het ww

- gewoon ww krijgt ~ed

- irr. verbs hebben een eigen vorm

welke optie is NIET correct?

1. Jesse's cat.
2. Jess's cat
3. Jeany's cat
4. Jess' cat

welke optie is NIET correct:

1. My parents's car
2. My parents' car
3. My parent's car

welke optie is NIET correct:

1. the children's toys.
2. the teachers's coffee room
3. women's clothes
4. woman's clothes

possessives (bezit) 

regel: 

altijd 's behalve bij woorden in meervoud op een s

dan alleen ' 

wat krijgt strong...

1. ~er / ~est
2. more / most

wat gebeurt er met easy...

1. ~er / ~est
2. ~ier / ~iest
3. more / most

wat krijgt safe

1. ~er / ~est
2. ~r / ~st
3. more /most

wat krijgt expensive...

1. ~r/ ~st
2. ~er/ ~est
3. more / most

vergelijken/ comparison

* korte woorden krijgen ~er / ~est (rich/ richer/ richest)

* lange woorden krijgen more / most

* als het net zo is, dan as ... as

* juist niet net zo, dan not as .. as

waar moet je nog meer op letten: 

* woorden op een ~e krijgen alleen een r/ st

   (safe/ safer/ safest)

* soms dubbelt de laatste medeklinker   

    (big- bigger- biggest)

* woorden op ~y, dan verandert y in een i

    (easy/ easier/ easiest)

en dan zijn er nog een paar onregelmatige woorden: 

* bad / worse / worst

* good / better / best

* many / more / most

irregular verbs

de onregelmatige werkwoorden

gewoon uit je hoofd leren

could / couldn't + verb

als iets zou kunnen

I could help you. 

We couldn't hurt an animal!

Could they go to the movie instead of cleaning their room? 

           succes met voorbereiding voor 

      de toets donderdag 11 juni 11.00 uur