LD - Schrijven - 2TL - blok 4 - les 2 - 4.18 feit/mening, subjectief/objectie

Welkom bij Nederlands Online!
  • Zet je microfoon uit;
  • Zet je camera aan als de docent het vraagt;
  • Vraag tijdens de les? Steek je virtuele hand op;
  • Vragen na de les? Stel ze in Teams Nederlands -> Stel hier je vragen;
  • Vragen via privé-chat in Teams alleen voor persoonlijke vragen.
BROA's Broadcasting Channel
Schrijven- Blok 4 - les 2
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands Online!
  • Zet je microfoon uit;
  • Zet je camera aan als de docent het vraagt;
  • Vraag tijdens de les? Steek je virtuele hand op;
  • Vragen na de les? Stel ze in Teams Nederlands -> Stel hier je vragen;
  • Vragen via privé-chat in Teams alleen voor persoonlijke vragen.
BROA's Broadcasting Channel
Schrijven- Blok 4 - les 2

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesprogramma - 30 minuten
8 minuten
huiswerk bespreken
8 minuten 
uitleg theorie en opdrachten
10 minuten
start werken aan opdrachten (iedereen blijft in de online les)
4 minuten
lesafsluiting - lesdoel gehaald?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk bespreken

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je leert het verschil tussen een tekst die op feiten is gebaseerd en een tekst waarin je vooral je eigen mening geeft.
4.18 Feit, mening, objectief, subjectief

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Veel dunne mensen hebben mijns inziens een eetprobleem.
In het reglement staat: 'Ben je te laat, meld je dan bij de conciërge.'
Merijn leest nooit de boeken die zijn moeder uit de bibliotheek haalt.
Mark had precies een half uur nodig om zijn haar in model te brengen.
Ali vindt dat Zaandam een grote stad is.
feit
feit
feit
mening
mening

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Kunnen 
Je weet wat het verschil is tussen een objectieve en een subjectieve tekst.



 
Je kunt objectieve en subjectieve argumenten (redenen) geven bij je standpunt. 

Je kunt betrouwbare informatie van internet selecteren.

Je kunt een overtuigende tekst schrijven.





Weten 

Slide 6 - Diapositive

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

tegen
4.18 Feit, mening, objectief, subjectief
blz. 194
R 
  • Lees de theorie 4.18 Feit, mening, objectief, subjectief grondig. Zorg dus dat je hier vragen over kunt beantwoorden. 

Slide 7 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

tegen
Argumenten
blz. 196
R 
Om je publiek ergens van te overtuigen, geef je argumenten (redenen) bij je standpunt. Die argumenten kunnen objectief of subjectief zijn.
Je kunt je publiek/lezer het beste overtuigen met objectieve argumenten.

Slide 8 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

tegen
Uitleg Opdrachten maken - groepjes (2)
  • Samenwerken in Break out rooms tijdens de les
  • Opdracht 

Opdracht 4: in Word-bestand. Eén opdracht per groepje. 
  • Gebruik hiervoor het word-bestandje uit de Teams-opdracht: Schrijven - Blok 4 - opdracht 1, 2, 4
  • Iedereen levert het word-bestand wel zelf in via de Teams-opdracht.

Slide 9 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Lesdoel gehaald?

Slide 10 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

Huiswerk
  • Zie Magister / studiewijzer lockdown (Teams)
  • Huiswerk inleveren via Teams-opdracht (anders ingeleverd = melding huiswerk niet gemaakt)
  • Huiswerk moet voor volgende les af zijn.

Slide 11 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.