Het rijk van de Franken

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welk kenmerk past niet bij de Middeleeuwen?

1. Grote steden
2. Geen geld
3. Zwakke vorsten
4. Onveilig

Waar of niet waar:
Het Romeinse Rijk was een landbouwsamenleving

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar:
In de vroege middeleeuwen verdween geld als betaalmiddel

1. Waar
2. Niet waar

Hoe komt de Middeleeuwen aan zijn naam?

1. In het midden van de geschiedenis
2. Periode tussen twee bloeiperiodes
3. Gemiddelde rijkdom

Het rijk van de Franken

Doelen

Aan het einde van de les kun je:

• uitleggen waarom het einde van het Romeinse Rijk voor de terugkeer van de landbouwsamenleving zorgde
• de drie kenmerken van de vroege Middeleeuwen herkennen
• uitleggen waarom de paus Karel de Grote tot keizer kroonde.
• uitleggen hoe het leenstelsel werkte. 
• twee redenen noemen waarom de macht van de keizer dankzij het leenstelsel afnam.

Middeleeuwen

• 500: start Middeleeuwen : tijd tussen twee bloeiperiodes (Rome & Renaissance)
• Vanaf 4de eeuw trekken Romeinse legers zich terug richting Rome
• Gevolg: verdwijnen van veiligheid
• Gevolg: verdwijnen van de handel
• Gevolg: krimp van de steden
• Gevolg: mensen gaan op platteland leven
• Gevolg: ontstaan landbouwsamenleving
• Kenmerken vroege middeleeuwen: géen handel, kleine steden/dorpen, geen bestuur

Doelen

Aan het einde van de les kun je:

• uitleggen waarom het einde van het Romeinse Rijk voor de terugkeer van de landbouwsamenleving zorgde

De landbouwsamenleving keerde terug omdat de veiligheid verdween -> handel verdween -> steden krimpen -> mensen op platteland leven

Doelen

Aan het einde van de les kun je:

• de drie kenmerken van de vroege Middeleeuwen herkennen

De drie kenmerken van de vroege middeleeuwen zijn:

1. Geen handel

2. Kleine dorpen

3. Geen bestuur

Franken

• In het Frankische koninkrijk had de koning weinig macht ->  hofmeier heeft de macht 
• Beroemdste hofmeier: Karel Martel
• 632: Martel verslaat islamitische troepen bij Poitiers
• Zijn kleinzoon Karel de Grote vergroot het Frankische Rijk enorm
• 800: Karel de Grote wordt door de paus tot keizer gekroond: 
• Paus krijgt bescherming van Karel, Karel krijgt steun chistendom 

Doelen

Aan het einde van de les kun je:

• uitleggen waarom de paus Karel de Grote tot keizer kroonde.

De paus kroonde Karel de Grote omdat hij zijn bescherming nodig had

Bestuur

• Karels rijk is te groot om in zijn eentje te besturen: vraagt hulp aan edelmannen
• Deze leenman krijgt gebieden van Karel in leen om in zijn naam te besturen
• In ruil hiervoor beloven ze trouw aan Karel de Grote (leenheer): raad en daad
• Deze manier van besturen noemen we het leenstelsel
• Macht keizer neemt af door leenstelsel
• Leenmannen lenen de gebieden verder door en negeren keizer

Doelen

Aan het einde van de les kun je:

• uitleggen hoe het leenstelsel werkte. 

In het leenstelsel kreeg de leenman een stuk grond in leen van de leenheer. Hij bestuurde dit in naam van de leenheer. In ruil hiervoor beloofde de leenman trouw aan de leenheer. 

Doelen

Aan het einde van de les kun je:

• twee redenen noemen waarom de macht van de keizer dankzij het leenstelsel afnam.

De macht van de keizer nam af door het leenstelsel omdat:

1. Leenmannen lenen de grond verder door

2. Leenmannen negeren de keizer

Hebben we dit doel besproken?
De oorzaken van de het ontstaan van de landbouwsamenleving

1. Ja
2. Nee

Hebben we dit doel besproken?
De kenmerken van de vroege Middeleeuwen

1. Ja
2. Nee

Hebben we dit doel besproken?
Waarom de paus Karel de Grote tot keizer kroont

1. Ja
2. Nee

Hebben we dit doel besproken?
Hoe het leenstelsel werkt

1. Ja
2. Nee

Hebben we dit doel besproken?
Waarom de macht van de keizer dankzij het leenstelsel afneemt

1. Ja
2. Nee