Mens en MaatschappijMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2
Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.
Éléments de cette leçon
Thema 9 Grondstoffen
Blok 2 Vervoer
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen in les 1?
Les 1: Infrastructuur
Lezen: ‘Waar gaat dit blok over?', ‘Kanalen', ‘Tol betalen', ‘Spoorwegen'. p. 32, 33, 37 & 38.
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen van deze les
Aan het einde van deze les kun je uitleggen:
waarom Willem I de infrastructuur verbeterde en op welke manieren hij dat deed;
het gebruik van vervoermiddelen in Nederland in de juiste tijdsvolgorde plaatsen;
wat er veranderde door de komst van de (stoom)trein;
hoe het leven van mensen veranderde in de negentiende eeuw;
Wat tol betalen inhoudt.
Slide 3 - Diapositive
Waar gaat dit blok over?
Industrialisatie veranderde het Nederlandse landschap.
Nieuwe uitvindingen op het gebied van vervoer maakte reizen sneller en makkelijker. Kanalen en spoorlijnen verschenen.
Tegenwoordig reis je in een paar uur van Groningen naar Maastricht. Dit duurde vóór de industriële revolutie een week.
Slide 4 - Diapositive
Kanalen
Willem I wilde dat Nederland, net als Engeland zou industrialiseren. Fabrieken, spoorlijnen en stoommachines.
Nederland zou zo welvarender zou worden. Hiervoor moest wel de infrastructuur verbeterd worden.
Vanaf 1819 werd het Noord-Hollands Kanaal gegraven zodat schepen de haven van Amsterdam, via Den Helder, konden bereiken. Andere kanalen volgden snel...
Lees Kanalen op blz 33
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Spoorwegen
Fabrieken hadden steenkool en ijzererts nodig. Nederland importeerde deze grondstoffen vanuit het buitenland.
Het vervoer van deze goederen werd goedkoper door de aanleg van spoorlijnen
De eerste stoomtrein reed in 1839 tussen Haarlem en Amsterdam.
Eind 19e eeuw is de trein het belangrijkste vervoermiddel in Nederland.
Lees Spoorwegen op blz. 38
timer
3:30
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Tol betalen
Vroeger waren wegen vaak particulier bezit (= bezit van persoon of bedrijf) om gebruik te maken van deze wegen betaalde je meestal tol.
Reizen duurde hierdoor erg lang, je moest steeds stoppen.
Tegenwoordig betaalt de overheid voor de infrastructuur.
Wel zijn er tegenwoordig nog bruggen en tunnels waar je tol moet betalen. Dit heeft te maken met de kosten van deze infrastructurele werken.
Lees Hier en Nu Tol betalen op blz 37
timer
2:00
Slide 9 - Diapositive
Welke koning begon met industrialisatie in Nederland?
A
Willem I
B
Willem II
C
Willem III
D
Willem IV
Slide 10 - Quiz
Koning Willem I kreeg de bijnaam 'koning-koopman'. Wat betekent die naam?
A
Dat Willem I veel spullen kocht.
B
Dat Willem I veel deed voor de handel.
C
Dat Willem I erg rijk werd.
D
Dat Willem I een absolute koning was.
Slide 11 - Quiz
Wat deed Willem I om de Nederlanden te moderniseren?
A
Aanleggen van wegen, kanalen en spoorwegen.
B
Subsidies geven aan fabrieken.
C
De koloniën vielen nu onder direct bestuur van Nederland, geen VOC en WIC
D
Hij richtte de Nederlandse Handelsmaatschappij op
Slide 12 - Quiz
Wanneer werd de eerste spoorlijn geopend?
A
In 1839
B
In 1939
C
In 1739
D
In 2039
Slide 13 - Quiz
De eerste spoorlijn in Nederland werd aangelegd tussen
A
Amsterdam en Utrecht
B
Amsterdam en Rotterdam
C
Amsterdam en Den Haag
D
Amsterdam en Haarlem
Slide 14 - Quiz
Aan de slag!
Les 1: Infrastructuur
Hoe blijf je op schema?
Lezen: ‘Waar gaat dit blok over?', ‘Kanalen', ‘Tol betalen', ‘Spoorwegen'. p. 32, 33, 37 & 38.
Maken: opdracht 1, 2,3,4,5,6,7,8,9,10,11.
Slide 15 - Diapositive
Wat gaan we doen in les 2?
Les 2: Nationalisme
Uitleg over nationalisme
Lezen: ‘Eén land, één volk'. p. 41
Maken: opdracht 12, 13, 14, 15, 16.
-de infrastructuur;
-de massagoederen;
-het nationalisme;
-het particuliere bezit;
-de stukgoederen;
-de tol.
Slide 16 - Diapositive
Leerdoelen les 2
Je kan na deze les uitleggen:
Wat nationalisme is
Hoe een betere infrastructuur ervoor zorgde dat mensen zich verbonden voelden;
Vijf manieren noemen waarom Willem I het nationalisme stimuleerde;
-de tol.
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
Eén land, één volk
Willem I werd in 1815 koning van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Maar inwoners voelden zich geen Nederlander.
Door de verbeterde infrastructuur voelden mensen zich meer met elkaar verbonden.
Willem I wilde dat Nederlanders trots waren op hun land => nationalisme
Geschiedenisverhalen, musea, kastelen en monumenten dragen bij aan deze Nederlandse trots.
Op scholen spraken kinderen voortaan verplicht de Nederlandse taal.
Nationalisme was een verschijnsel dat in heel Europa voorkwam in de 19e eeuw
We lezen blz 41 Eén land, één volk.
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Vidéo
A
Lokalisme
B
Regionalisme
C
Nationalisme
D
Hooligans
Slide 21 - Quiz
Welk begrip wordt bedoeld?
A
antisemitisme
B
nationalisme
C
militarisme
D
modern imperialisme
Slide 22 - Quiz
Hoe heet deze toeristische attractie in Amsterdam?
A
Mauritshuis
B
Kröller-Müller Museum
C
Rijksmuseum
D
NEMO Amsterdam
Slide 23 - Quiz
Aan de slag!
Les 2: Nationalisme
Op schema?
Maken: opdracht 12, 13, 14, 15, 16.
Klaar? Ga gerust verder tot 21...
-de infrastructuur;
-de massagoederen;
-het nationalisme;
-het particuliere bezit;
-de stukgoederen;
-de tol.
timer
5:00
Slide 24 - Diapositive
Blok 2 afronden
Wat gaan we doen? Uitleg over:
De grootste haven van Europa
Nieuwe vervoermiddelen
Werk afronden en nakijken
-de infrastructuur;
-de massagoederen;
-het nationalisme;
-het particuliere bezit;
-de stukgoederen;
-de tol.
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Vidéo
De grootste haven van Europa
Rotterdam is de grootste haven van Europa. Door de aanleg van de Nieuwe Waterweg (1872) konden grote schepen de haven weer goed bereiken.
We lezen De grootste haven van Europa op blz 44
Slide 27 - Diapositive
Sneller en goedkoper
Er zijn twee soorten goederen in goederenvervoer:
Massagoederen: Onverpakte goederen die in grote hoeveelheden worden vervoerd. Ze worden op het schip 'gestort'
Stukgoederen: losse of verpakte goederen zoals schoenen, zakken rijst, dozen kleding. Ze worden op het schip geladen in containers
Slide 28 - Diapositive
Containers
Een grote stalen kist met vaste afmetingen voor het vervoer van stukgoederen. Hoe passen en zoveel containers op een schip? Hoe weet je welke spullen in welke container zitten?
Je kan uitleggen waarom het goederenvervoer sterk is gegroeid.
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Vidéo
Transport over land
Door de industrialisatie in de 19e eeuw: Transportrevolutie:
grondige verbetering van wegen en vervoermiddelen.
Er kwamen nieuwe transportmiddelen over land, zoals de trein, de fiets en de auto. Eerder kon je over land alleen te voet en te paard of met een koets reizen.