WEBB - Markt en overheid 5.1 t/m 5.18

Welkom
5 havo ECONOMIE  ||  2023-2024
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom
5 havo ECONOMIE  ||  2023-2024

Slide 1 - Diapositive

Wat is er nodig als er bijvoorbeeld bepaald is dat een kartel niet mag?

Slide 2 - Question ouverte

Autoriteiten
Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA)
Autoriteit Financiële Markten (AFM)
Autoriteit Consument en Markt (ACM)

--> zoeken naar verstoringen en ingrijpen. 

Slide 3 - Diapositive

De ACM is een overheidsinstelling. Waar ziet de ACM onder andere op toe?
A
Dat bedrijven niet te duur, zodat de consument een eerlijke prijs betaalt.
B
Dat consumentenbelangen worden beschermd en dat bedrijven eerlijk met elkaar concurreren.
C
Dat producentenbelangen worden beschermd.
D
Dat consumentenbelangen worden beschermd.

Slide 4 - Quiz

Waarom zijn octrooien belangrijk voor een economie?
A
Octrooien beschermen de consument
B
Dankzij octrooien werkt de markt doelmatig
C
Octrooien stimuleren innovaties en die zijn belangrijk voor economische groei
D
Door octrooien kunnen bedrijven een monopoliepositie verwerven

Slide 5 - Quiz

Octrooi
Alleenrecht op het maken of laten maken van jouw product voor een bepaalde tijd. 
Ontwikkelingskosten kunnen hoog zijn. 

Slide 6 - Diapositive

Wat is de dominante strategie voor Peter als de andere wel betalen (de dominante strategie is waarbij de opbrengst het hoogste is)?
A
Wel betalen
B
Niet betalen

Slide 7 - Quiz

Voor het collectief zou het beter zijn als Peter wel ook gaat betalen. Waardoor zou Peter ook tot dat besluit kunnen komen?

Slide 8 - Question ouverte

Collectieve Goederen
Collectieve goederen worden door de overheid gemaakt en zijn voor iedereen beschikbaar.
  • Politie.
  • Brandweer.
  • Leger.
  • Infrastructuur (denk aan wegen, dijken, straatverlichting, etc.)

Slide 9 - Diapositive

Kenmerken collectieve goederen
  1. Niet-uitsluitbaar; Kan niemand van worden uitgesloten 
  2. Niet-rivaliserend; Collectieve goederen kunnen door iemand worden geconsumeerd, zonder dat er dan minder overblijft voor een ander. 


Slide 10 - Diapositive

Wat is geen kenmerk van collectieve goederen?
A
komen alleen tot stand door collectieve dwang
B
men kan een individuele prijs vragen
C
niet-uitsluitbaar
D
niet-rivaliseren

Slide 11 - Quiz

Aan het werk
Maken 5.2, 5.4, 5.5, & 5.13
Klaar? Door met 5.14, 5.15, 5.16, 5.17 & 5.18
  • Wat heb je goed gedaan?
  • Wat kun je beter doen?
Lees de tekst
  • Onderstrepen
  • Samenvatten

Slide 12 - Diapositive

Quasi-collectieve goederen
Sommige individuele goederen vindt de overheid zo belangrijk dat ze er graag aan bijdraagt. 
omdat ze van groot maatschappelijk belang zijn 
of anders te duur worden (subsidie). 

Dit noemen we quasi-collectieve goederen. 
Bijv. onderwijs, zorg, bibliotheek, openbaar vervoer enz. 


Slide 13 - Diapositive

I: Quasi-collectieve goederen zijn individuele goederen door de overheid geproduceerd.
II: Onderwijs is een voorbeeld van quasi-collectieve goederen.
A
beiden juist
B
beiden onjuist
C
alleen I juist
D
alleen II juist

Slide 14 - Quiz

Wat is kenmerkend aan externe effecten?

Slide 15 - Question ouverte

Externe effecten, overheidsingrijpen
Extern effect: 
effect als gevolg van 
productie en/of consumptie voor 
de welvaart van anderen  --> 
Niet bij de prijs inbegrepen.

Negatieve externe effecten &  positieve externe effecten

Slide 16 - Diapositive

Positieve externe effecten
Negatiever externe effecten

Slide 17 - Diapositive

Marktfalen
Als er teveel negatieve externe effecten zijn --> de markt produceert te veel. 

Als er te weinig positieve externe effecten zijn --> de markt produceert te weinig. 

Slide 18 - Diapositive

Aan het werk
Maken 5.2, 5.4, 5.5, 5.13, 5.14, 5.15, 5.16, 5.17 & 5.18
Nakijken
  • Wat heb je goed gedaan?
  • Wat kun je beter doen?
Lees de tekst
  • Onderstrepen
  • Samenvatten

Slide 19 - Diapositive