T6BS4 de oren

3G1
Het oor
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

3G1
Het oor

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Waarom is het beter om door de neus adem te halen dan door de mond?

Slide 3 - Question ouverte

Vroeger kregen kinderen levertraan. Het smaakte vreselijk. Waarom moesten ze dan hun neus dicht doen ?

Slide 4 - Question ouverte

Geluid 

Slide 5 - Diapositive

Na vandaag weet je:


- hoe geluid werkt

- hoe de onderdelen van de oren heten

- de functies en kenmerken van de delen van het oor 

Slide 6 - Diapositive

Geluid zijn trillingen. Je oorschelp vangt de trillingen op.

Geluid wordt weergegeven in decibel.


 

Slide 7 - Diapositive

Geluiden vanaf 80 decibel kunnen leiden tot gehoorschade!

Slide 8 - Diapositive

hoe harder de decibels, hoe sneller schade
welk geluid levert hoeveel decibel?

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Hertz vs Decibel
Hertz = Eenheid die aangeeft hoe hoog of laag een geluid is. 

Decibel = Eenheid die aangeeft hoe hard of zacht een geluid is. 

Slide 11 - Diapositive

Geluid hard/zacht

Slide 12 - Diapositive

Geluid hoog/laag

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Vidéo

Oren, ogen, neus, mond, huid en tong zijn
A
Waarnemingen
B
prikkels
C
zintuigen

Slide 17 - Quiz

Geluid is voor je oren een
A
adequate prikkel
B
niet adequate prikkel

Slide 18 - Quiz

Waar zit de buis van Eustachius
A
Tussen de oren en het oog
B
Tussen de ogen
C
Tussen het oor en de neus
D
Tussen de neus en de ogen

Slide 19 - Quiz

De punaise
staat bij...
A
Trommelvlies
B
Gehoorbeentje
C
Oorschelp
D
Oorzenuw

Slide 20 - Quiz

Vul de puntjes in :
Geluid gaat door de gehoorgang aan het einde van de gehoorgang ligt het ....... , geluidstrillingen laten het ...... trillen.
A
gehoorbeentje
B
slakkenhuis
C
oorsmeerkliertje
D
trommelvlies

Slide 21 - Quiz

Als een kraai een hard geluid maakt, produceert hij veel ........
A
lawaai
B
decibels
C
geluid
D
decimeters

Slide 22 - Quiz


A
Het geluid wordt hoger
B
Het geluid wordt harder
C
Het geluid wordt lager
D
Het geluid wordt zachter

Slide 23 - Quiz

Als je een piep in je oor hebt nadat je bij harde muziek hebt gestaan dan....
A
Is je trommelvlies gescheurd
B
Is je oorschelp beschadigd
C
Is een trilhaartje in je oren beschadigd
D
Denken je hersenen de de muziek er nog is.

Slide 24 - Quiz

De voornaamste oorzaak van slechthorendheid bij jongeren is...
A
slecht luisteren
B
harde klappen op de oren
C
lawaaibeschadiging
D
aangeboren

Slide 25 - Quiz

Bij welke geluidssterkte loop je kans op gehoorbeschadiging
A
80 dB
B
110 dB
C
90 dB
D
20 dB

Slide 26 - Quiz

Als je misselijk wordt in de auto, komt dat doordat je evenwichtsorgaan in de war is. Waar zit je evenwichtsorgaan?
A
je hersenen
B
je middenoor
C
je binnenoor
D
je uitwendig oor

Slide 27 - Quiz

Weet jij nu waar de onderdelen 
(de antwoorden) zich bevinden?
Overhoor elkaar!  ---   Twijfel?  Ga terug naar slide 7
Wat is nr 2?
Gehoorzenuw. Stuurt impulsen naar de hersenen.
8
Stijgbeugel
13
Evenwichtsorgaan
9
Aambeeld
12
Bovenkaak
10
Slakkenhuis
7
Buis van Eustachius
6
Hamer
11
Trommelvlies
4
Rode ruimte
Middenoor: bestaat uit het trommelvlies en de gehoorbeentjes
5
Gehoorgang
3
Oorsmeerkliertjes
2
Oorschelp
1
Ovale venster 
16
Leer de onderdelen van het oor
Paarse ruimte
Binnenoor: Slakkenhuis en evenwichtsorgaan
14
Dit deel + groene ruimte
Buitenoor: Oorschelp + gehoorgang
15

Slide 28 - Diapositive