Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Grammatica les E: ww en nw gezegde
Wat doen we vandaag
Herhaling leerdoelen vorige week
Interactieve instructie leerdoelen deze week
Zelfstandig aan de slag
1 / 26
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
26 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Wat doen we vandaag
Herhaling leerdoelen vorige week
Interactieve instructie leerdoelen deze week
Zelfstandig aan de slag
Slide 1 - Diapositive
Is onderstaande zin een doe-zin of een zijn-zin?
Het dochtertje van Astrid is de allerliefste.
A
doe-zin
B
zijn-zin
Slide 2 - Quiz
Heeft onderstaande zin een werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?
Van alle kinderen is het dochtertje van Astrid de allerliefste.
A
werkwoordelijk
B
naamwoordelijk
Slide 3 - Quiz
Wat is het kernwoord van het naamwoordelijk gezegd?
Het dochtertje van Astrid is de allerliefste.
A
dochtertje
B
Astrid
C
allerliefste
Slide 4 - Quiz
Wat is het kernwoord (belangrijkste woord) van een
naamwoord
elijk gezegde?
De naam zegt het al: het kernwoord is
naamwoord
.
Dat betekent dat het bijna altijd een bijvoeglijk of zelfstandig naamwoord is.
Vervolgens let je erop dat het niet gaat om wie of wat iets is, maar wat diegene is.
Het dochtertje van Astrid is de allerliefste.
naamwoordelijk gezegde, want iemand (het dochtertje van Astrid)
is
iets.
Wat is dat dochtertje van Astrid?
de allerliefste.
kernwoord: allerliefste.
Slide 5 - Diapositive
Is onderstaande zin een doe-zin of een zijn-zin?
De lucht is zwaar bewolkt.
A
doe-zin
B
zijn-zin
Slide 6 - Quiz
Heeft onderstaande zin een werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?
De lucht is zwaar bewolkt.
A
werkwoordelijk
B
naamwoordelijk
Slide 7 - Quiz
Wat is het kernwoord van het naamwoordelijk gezegde?
De lucht is zwaar bewolkt.
A
lucht
B
zwaar
C
bewolkt
Slide 8 - Quiz
Is onderstaande zin een doe-zin of een zijn-zin?
Zij keek met plezier naar haar lievelingsserie.
A
doe-zin
B
zijn-zin
Slide 9 - Quiz
Heeft onderstaande zin een werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?
Zij keek met plezier naar haar lievelingsserie.
A
werkwoordelijke
B
naamwoordelijk
Slide 10 - Quiz
Wat is het kernwoord van het werkwoordelijke gezegde?
Zij keek met plezier naar haar lievelingsserie.
A
keek
B
plezier
C
lievelingsserie
Slide 11 - Quiz
Interactieve instructie
We lezen samen pagina 142 en 143
Slide 12 - Diapositive
Wat is de persoonsvorm in onderstaande zin?
Ik kom helpen.
A
ik
B
kom
C
helpen
Slide 13 - Quiz
Wat is de persoonsvorm in onderstaande zin?
Ik wil komen helpen
A
ik
B
wil
C
komen
D
helpen
Slide 14 - Quiz
Interactieve instructie
We lezen samen pagina 144 en 145
Slide 15 - Diapositive
Interactieve instructie
het werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in de zin.
als er meerdere werkwoorden in een zin staan, dan hebben ze verschillende functies: hulpwerkwoord of zelfstandig werkwoord
Slide 16 - Diapositive
Wat is het werkwoordelijk gezegde van onderstaande zin?
Noura kan alleen maar aan het weekend denken.
Slide 17 - Question ouverte
Wat is het werkwoordelijk gezegde van onderstaande zin?
Waar geef jij je geld het liefst aan uit?
Slide 18 - Question ouverte
Wat is het werkwoordelijk gezegde van onderstaande zin?
Sam zou heel graag willen kunnen schaken.
Slide 19 - Question ouverte
Wat is het werkwoordelijk gezegde van onderstaande zin?
Mijn moeder loopt de hele dag te appen.
Slide 20 - Question ouverte
Interactieve instructie
We lezen samen pagina 146 en 147
Slide 21 - Diapositive
Interactieve instructie
Een naamwoordelijk gezegde bestaat dus uit 2 delen: een werkwoordelijke deel en een naamwoordelijk deel.
Het kernwoord van een naamwoordelijk gezegde kun je al vinden en hoort bij het naamwoordelijk deel.
Het werkwoordelijk gedeelte van het naamwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in de zin.
Tip: denk weer aan de taalonderzoekers! Zij kwamen erachter dat er werkwoorden zijn die bepalen of iemand/iets iets
is.
Dat zijn koppelwerkwoorden.
Slide 22 - Diapositive
Wat is het naamwoordelijk gezegde van onderstaande zin?
Deze docent is de allerbeste!
Slide 23 - Question ouverte
Wat is het naamwoordelijk gezegde van onderstaande zin?
Freddie is altijd al een lieve poes geweest.
Slide 24 - Question ouverte
Wat is het naamwoordelijk gezegde van onderstaande zin?
Pablo blijft een grote jongen.
Slide 25 - Question ouverte
Zelfstandig aan de slag
Oefenboek blz. 102 en 103: opdracht 5 t/m 10
Slide 26 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
week 5 Grammatica les E: ww en nw gezegde
il y a 7 jours
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Grammatica Les A en E (handboek)
il y a 20 jours
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
week 4 Grammatica 1 Les A en E
il y a 13 jours
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
B3 - Werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde
Novembre 2024
- Leçon avec
47 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Zinsontleding t/m werkwoordelijk gezegde (les 6)
Janvier 2024
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
HV1A onderwerp en gezegde
Octobre 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Persoonsvorm, onderwerp en gezegde (les 20, 21 en B2 en B3)
Mars 2023
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Toets woordsoorten 1v
Mars 2019
- Leçon avec
46 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1