5.4 invloed van de media

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Nakijken 

Opdracht 4 t/m 9 op blz. 125 t/m 127

Waar hebben we het vorige lessen over gehad?

Inleiding

Par. 5.3 ging over nieuws, het werk van journalisten. 

In Nederland is er persvrijheid, dit betekent dat journalisten vrijheid hebben om berichten te kunnen maken zonder eerst om toestemming te vragen.

Belangrijk hierbij is dat je zelf nadenkt of iets waar kan zijn of niet.

Waar kijk jij naar wanneer je jezelf afvraagt of iets dat jij leest/ ziet waar is of niet?

Beeldvorming

beeldvorming = het proces dat je steeds een beeld van iets of iemand vormt.

Bij beeldvorming vorm je dus je mening: hoe jij naar andere mensen en de wereld kijkt. Dit wordt grotendeels gevormd door wat je ziet en hoort in de media.

Vrijheid van meningsuiting

We mogen zeggen wat we willen

Grenzen: belediging, discriminatie, haatzaaien, oproepen geweld.

Persvrijheid: De vrijheid van journalisten om ongehinderd berichten te kunnen publiceren. 

Mediawijs

Mediawijs = je maakt verstandig gebruik van de media. Je stelt jezelf telkens de vraag: Is dit waar of niet?

Je checkt met andere media/ meningen of wat jij leest wel klopt of niet.

Omschrijf in je eigen woorden wat een mening is.

Hoe worden meningen door de media gevormd?

Je ziet wat je wilt zien

Wanneer je fan van iets/ iemand bent, ben je geneigd je te richten op de positieve berichten. Dit komt door selectieve waarneming = je kiest zelf wat je wilt zien en wilt horen. Hierbij spelen interesses een grote rol.

Daarnaast zien mensen graag hun mening bevestigd, wat niet bij hun mening aansluit wordt vaak genegeerd.

Aan de slag

Maken opdracht 1, 4, 5, 6, 7 en 9 op blz. 129 t/m 131

Noem 2 manieren waarop journalisten kunnen voorkomen dat er verkeerde beeldvorming ontstaat.

Dat je zelf kiest wat je wilt zien en wilt horen komt door:

1. Beeldvorming
2. Selectieve perceptie
3. Mediawijsheid