Herhalingsles Thema 3 - TaalSterk

Herhalingsles Thema 3
Grammatica scheidbare werkwoorden
Grammatica om/te
Grammatica 'ik denk dat/ik vraag of'
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
Baso natuurwetenschappenBasisschoolGroep 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Herhalingsles Thema 3
Grammatica scheidbare werkwoorden
Grammatica om/te
Grammatica 'ik denk dat/ik vraag of'

Slide 1 - Diapositive

Grammatica scheidbare werkwoorden

Wie weet de regels?

Slide 2 - Diapositive

Welke delen van de zin horen bij het scheidbare werkwoord?
1. De man steekt langzaam de straat over. 
2. Breng jij de zwemspullen mee?
3. Elke dag neem ik mijn medicijnen in.
4. Elke ochtend zoekt hij zijn kleren uit.
5. Ik hang de was in de tuin op.
6. Kunjijditberichtdoorgeven?
7. Wijnodigenjevoorhetfeestuit. 8. Haaljijmijdanop?

Slide 3 - Diapositive

De baas _______________ nieuw personeel ____________________. (aannemen)

Slide 4 - Question ouverte

De oude man __________________ het gevaarlijke kruispunt ___________________ (oversteken)

Slide 5 - Question ouverte

Alle mensen __________________ rond 9.00 uur __________________. (binnenkomen)

Slide 6 - Question ouverte

De cursist ______________ nooit zijn lesboeken ___________________.(meebrengen)

Slide 7 - Question ouverte

De huisgenoot ___________________ altijd tot 11.00 uur _______________. (uitslapen)

Slide 8 - Question ouverte

Als ik op vakantie ga, _____________ ik twee dagen van tevoren mijn koffer ___________.(inpakken)

Slide 9 - Question ouverte

Grammatica om/te

Wie weet de regels?

Slide 10 - Diapositive

Is de zin goed of fout?
1. Ik ga naar de winkel om boodschappen te doen. 
2. We gaan naar het zwembad om te zwem.
3. Ik gebruik het mes om te vlees snijden.
4. Susanna gaat vroeg naar bed om te slapen.
5. Wij gaan sporten om te afvallen.
6. Hendrik gebruikt internet om te kopen spullen.

Slide 11 - Diapositive

1. Wij gaan naar de apotheek om....(medicijnen halen)

Slide 12 - Question ouverte

2. Wij gaan naar de bioscoop om .... (nieuwe Woody Allen film kijken)

Slide 13 - Question ouverte

3. Hanna gaat naar de supermarkt om .... (avondeten halen)

Slide 14 - Question ouverte

4. Thomas fietst naar zijn werk om .... (fit worden)

Slide 15 - Question ouverte

5. Riccarda volgt lessen om ... (Nederlands leren)

Slide 16 - Question ouverte

6. Hanna wil naar Spanje om .... (vakantie vieren)

Slide 17 - Question ouverte

1. Hanna spaart geld om___

Slide 18 - Question ouverte

2. Maria gaat naar de leesclub om__

Slide 19 - Question ouverte

3. Gerard koopt sportkleding om__

Slide 20 - Question ouverte

Grammatica 'ik denk dat'/'ik vraag of'
Wie weet de regels?

Slide 21 - Diapositive

Is de zin goed of fout?
1. Ik denk dat ik naar bed ga.
2. Ik denk of ik oliebollen zal eten.
3. Ze zegt dat hij dat niet gedaan heeft. 
4. Hij vraagt of hij iets mag drinken.
5. Thomas ziet dat Hanna al thuis is.
6. Zijvragenzichafofhetgaatregenen.

Slide 22 - Diapositive

1. Ik denk dat_____________________(ik wil naar huis)

Slide 23 - Question ouverte

2. Hij vraagt of_________________(hij wil met hem
mee)

Slide 24 - Question ouverte

3. Hij vindt dat____________________________________________(de les is saai)

Slide 25 - Question ouverte

Zij zien dat_________________________(de vogel zit in de
boom)

Slide 26 - Question ouverte