Doelgroepen P2 - Les 8 Kennismaken met de branches

Doelgroepen
Periode 2
Les 8
Branches in de zorg: VVT, GGZ, GHZ 
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
DoelgroepenBeroepsopleiding

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Doelgroepen
Periode 2
Les 8
Branches in de zorg: VVT, GGZ, GHZ 

Slide 1 - Diapositive

Lees:
Zorgpad:
MBO VZ niveau 3
Collectie: Basis 3 VZ
Thema: Kennismaken met de zorg
7 Branches in de zorg: Kraam, VVT, GGZ, GHZ (kraam mag je overslaan)
'Kennis'

Slide 2 - Diapositive

Als verzorgende kun je in een verpleeghuis, een verzorgingshuis of in de thuiszorg werken. Er zijn steeds minder verzorgingshuizen in Nederland.

a Wat is de reden dat er in Nederland bijna geen verzorgingshuizen meer zijn?

Slide 3 - Question ouverte

De laatste jaren is er vanuit de politiek het signaal afgegeven dat mensen zo lang mogelijk thuis moeten blijven wonen en alleen professionele zorg krijgen als het echt niet anders kan. Er wordt een groter beroep gedaan op het dragen van eigen verantwoordelijkheid en mantelzorg.

Dit betekent dat iemand gestimuleerd wordt zo lang mogelijk thuis te blijven wonen met bijvoorbeeld mantelzorg en thuiszorg. Als de zorgvraag zo groot is geworden dat iemand 24 uur per dag zorg of toezicht nodig heeft, krijgt hij een indicatie voor verpleeghuiszorg. Dit heeft als resultaat dat er bijna geen verzorgingshuizen meer zijn. Er zijn verzorgingshuizen die verpleeghuiszorg zijn gaan leveren en daardoor een verpleeghuis zijn geworden.

Slide 4 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een fysiotherapeut en een ergotherapeut?

Slide 5 - Question ouverte

Een fysiotherapeut richt zich op het functioneren van het gehele lichaam en dat wat er lichamelijk verbeterd kan worden.

Een ergotherapeut richt zich met name op de functies. Het verbeteren van dagelijkse activiteiten door praktische tips en oplossingen. De tips zijn bijvoorbeeld: alle dagelijkse activiteiten krijgen punten en de zorgvrager met beperkte energie (bijvoorbeeld iemand met MS) kan zo zijn energie verdelen door punten te tellen.

Slide 6 - Diapositive

Geef een voorbeeld in welke situatie een fysiotherapeut wordt ingeschakeld en in welke situatie een ergotherapeut wordt ingeschakeld.

Slide 7 - Question ouverte

Fysiotherapeut
Bijvoorbeeld: opnieuw leren lopen, beter bewegen en beter leren ademhalen.

Ergotherapeut
Bijvoorbeeld: aangepast bestek adviseren voor iemand met de ziekte van Parkinson of een speciaal rolstoelkussen laten aanmeten voor iemand met een halfzijdige verlamming.

Slide 8 - Diapositive

In een ziekenhuis spreekt men over een 'verpleegplan' en in verpleeghuizen spreek men over een 'zorgleefplan'. Neem eens een kijkje op: zorgleefplanwijzer.nl van VenVN, de beroepsvereniging van zorgprofessionals.

a Waarom spreekt men binnen de verpleeghuiszorg over een zorgleefplan?

Slide 9 - Question ouverte

In een ziekenhuis spreekt men over een 'verpleegplan' en in verpleeghuizen spreek men over een 'zorgleefplan'. Neem eens een kijkje op: zorgleefplanwijzer.nl van VenVN, de beroepsvereniging van zorgprofessionals.

a Waarom spreekt men binnen de verpleeghuiszorg over een zorgleefplan?

Slide 10 - Diapositive

Als verzorgende in de verstandelijk gehandicaptenzorg ondersteun je zorgvragers met een lichte tot een zware verstandelijke beperking. Omdat de zorgvrager zich vaak niet goed kan uiten is het belangrijk dat de verzorgende zich kan inleven in de situatie van de zorgvrager en daar de zorg op afstemt.

a Hoe kun je bovenstaande bereiken? Op welke manier kun je je inleven in de situatie van de zorgvrager?

Slide 11 - Question ouverte

- Probeer een vertrouwensband met de zorgvrager op te bouwen. Dit kun je onder andere bereiken door er voor de zorgvrager regelmatig te zijn (continuïteit). Geef aandacht en toon interesse.
- Begeleiding bestaat niet alleen uit woorden maar bij deze doelgroep ook vaak uit gebaren. Vaak wordt een arm om de schouders of een knuffel op prijs gesteld.
- Deze doelgroep heeft vaak moeite zich te uiten. Let op non-verbale communicatie. Waar kan de zorgvrager om lachen, wanneer trekt hij een bedenkelijk of pijnlijk gezicht. Probeer daarachter te komen en stem de zorg af.

Slide 12 - Diapositive

Wat wordt er bedoeld met 'ambulante behandeling'?

Slide 13 - Question ouverte

Met ambulant wordt bedoeld dat de zorgvrager thuis woont en voor zijn behandeling naar de zorginstelling gaat, bijvoorbeeld 1 of 2 keer per week. Het komt ook voor dat de zorgverlener, meestal een psychiatrisch verpleegkundige of een psychiater, naar de zorgvrager thuis toe gaat.

Slide 14 - Diapositive

Met welke categorie zul je als verzorgende het meest in aanraking komen als het gaat om psychiatrische zorgvragers?

Slide 15 - Question ouverte

Een verzorgende komt het meest in aanraking met ouderen met een psychiatrische aandoening en met mensen met een chronische psychiatrische aandoening. Geen acute psychiatrie dus en ook geen ambulante behandeling.

Slide 16 - Diapositive

Huiswerk
Maak de 'Toets' Branches in de zorg: Kraam, VVT, GGZ, GHZ
+ vragen bij 'afronding'
Zorgpad:
MBO VZ niveau 3
Collectie: Basis 3 VZ
Thema: Kennismaken met de zorg
7 Branches in de zorg: Kraam, VVT, GGZ, GHZ (kraam mag je overslaan)

Slide 17 - Diapositive