Semana 37 Año 2 HL

¡BIENVENIDOS!
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

¡BIENVENIDOS!

Slide 1 - Diapositive

¿Preguntas? Vragen?
¿Hay preguntas sobre los temas de la semana pasada?

Zijn er nog vragen over de leerstof van vorige week?

Slide 2 - Diapositive

Objetivos Doelen
En esta clase... In deze les...

1. ...aprendo vocabulario de la comida y bebida leer ik woordjes die te maken hebben met eten en drinken
2. ...aprendo los verbos 'querer' y 'preferir' leer ik de werkwoorden 'willen' en 'liever willen' 

Slide 3 - Diapositive

¡Que aproveche!
LT 56-57

Slide 4 - Diapositive

QUERER - WILLEN
PREFERIR - LIEVER WILLEN
E > IE

Slide 5 - Diapositive

QUERER - WILLEN

quiero
quieres
quiere
queremos
queréis
quieren
PREFERIR - LIEVER WILLEN

prefiero
prefieres
prefiere
preferimos
preferís
prefieren
E > IE

Slide 6 - Diapositive

QUERER y PREFERIR son 'verbos bota' 

QUERER en PREFERIR zijn 'laarswerkwoorden'

Slide 7 - Diapositive

Deberes Huiswerk
- haced y corregid: LE p. 37 ejs. 1,2,3
- estudiad: querer, preferir
- estudiad: voca LT p. 197




Slide 8 - Diapositive

Elena wil een sinaasappelsap.

Slide 9 - Question ouverte

Ik wil liever een glas water.

Slide 10 - Question ouverte

Is er taart?

Slide 11 - Question ouverte

¡Hasta luego!

Slide 12 - Diapositive

¡BIENVENIDOS!

Slide 13 - Diapositive

Objetivos Doelen
En esta clase... In deze les...

1. ...practico los verbos 'querer' y 'preferir' oefen ik de werkwoorden 'willen'  en 'liever willen'
2. ...aprendo a usar las preposiciones 'a' y 'al' leer ik hoe ik de woordjes 'a' en 'al' moet gebruiken 

Slide 14 - Diapositive

QUERER Y PREFERIR
LT p. 60 ej. 5b+c

En 5 minutos, corregimos.

Slide 15 - Diapositive

Het lijdend voorwerp: 'a' of geen 'a'?
Als het lijdend voorwerp menselijk is, zet je daar altijd het voorzetsel 'a' voor. Als het lijdend voorwerp een ding is, niet. 

Veo los regalos. Ik zie de cadeautjes.
Veo a mi madre. Ik zie mijn moeder.

! Bij tener hoeft dit niet: Tengo dos primos. Ik heb twee neefjes.

Slide 16 - Diapositive

Wanneer gebruik je het voorzetsel 'a' nog meer?

Slide 17 - Diapositive

Het voorzetsel 'a' / 'al'
Betekent ook naar (richting)

Ik ga naar mijn huis. Voy a mi casa.

Wij gaan naar school. Vamos al colegio.

a + el = al

Slide 18 - Diapositive

Deberes Huiswerk
- haced y corregid: LE p. 38-40 ejs. 2,3,4,7

- estudiad: LT p. 167, 168


Slide 19 - Diapositive