BLOK 1 SPREKEN

spreken
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

spreken

Slide 1 - Diapositive


directe rede: precies zoals iemand het zegt.
directe rede en indirecte rede
boek: blz. 54-55

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

directe rede
indirecte rede
In de zin staat precies wat iemand heeft gezegd.
In de zin zie je aanhalingstekens
In de zin staat een dubbele punt.
In de zin zie je (vaak) het woordje dat.
Na de dubbele punt een de aanhalingstekens zet je altijd weer een hoofdletter.
In de zin zie je vaak: hij zegt..... hij vertelt ...... hij vraagt...

Slide 4 - Question de remorquage

Slide 5 - Lien

Waar moet je op letten?
1. wie zegt iets....... zet dat vooraan.

2. MIJN MOEDER ZEGT   

3. Dan :  en '  ....................'

4. wat zegt ze letterlijk? ...... zet dat na de dubbele punt en tussen de aanhalingstekens. 
Mijn moeder zegt dat ik mij kamer moet opruimen.

Slide 6 - Diapositive

wie?
:   '    '     en hoofdletter
wat? 
Mijn beste vriendin vroeg wanneer we samen naar de bioscoop kunnen gaan. 

Slide 7 - Diapositive

Zet de zin in de directe rede:

De tennistrainer zei dat ik mijn slag beter moet afmaken.
timer
1:00

Slide 8 - Question ouverte

Zet de zin in de directe rede:

Ik vroeg hem of hij mijn tas wilde dragen.
timer
1:00

Slide 9 - Question ouverte

maken:

blz. 55 opdracht 67


Zet de zinnen in de directe rede.

Slide 10 - Diapositive