2M H2 paragraaf 2.4

2.4 Urbanisatie in NL
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

2.4 Urbanisatie in NL

Slide 1 - Diapositive

Welke 4 steden zijn de grootste van NL denk je?

Slide 2 - Carte mentale

Wat is een stedelijk gebied?
A
Een hele grote stad
B
Gebied met veel voorzieningen
C
Gebied met veel werk en industrie
D
Steden die aan elkaar vastgroeien

Slide 3 - Quiz

Wat is de juiste uitspraak over de Randstad?
A
Utrecht, Amsterdam en Rotterdam
B
Enige stedelijke gebied in NL
C
Ligt in West-Nederland

Slide 4 - Quiz

Wat is het Groene Hart?

Slide 5 - Carte mentale

2.4 
4 grote steden met meer dan 200.000 inwoners: 
Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Rotterdam vormen samen de Randstad
Stedelijk gebied zijn aan elkaar gegroeide steden.
De Randstad ligt om een natuurgebied heen: Groene Hart

Slide 6 - Diapositive

Rond 1900
Na 1960
Tegenwoordig
Urbanisatie
Files
Groei van steden
Suburbanisatie
Rijkeren wonen buiten stad
Werk in fabrieken
Veel werk in stad
Nieuwe trek naar stad

Slide 7 - Question de remorquage

Waar in NL vindt bevolkingskrimp plaats?
A
In de steden
B
Randen van NL
C
Kleine dorpjes net buiten de stad

Slide 8 - Quiz

Wat is vergrijzing?

Slide 9 - Carte mentale

Stedelijke groei in NL:
1.Urbanisatie rond 1900 door groei industrie. Steden groeien.
2.Na 1960 verhuizen fabrieken naar lage lonen landen: suburbanisatie. Mensen willen ruimer/groener wonen.
3.Veel jongeren trekken naar stad (werk / voorzieningen)
Bevolkingskrimp: gebieden aan randen NL lopen leeg door gebrek aan studie en werk.
Vergrijzing: Bevolking wordt gemiddeld ouder omdat er weinig jongeren worden geboren.

Slide 10 - Diapositive

Waarom moeten steden in de toekomst 'smart cities' worden?

Slide 11 - Carte mentale

Wat zou je allemaal digitaal kunnen maken in deze smart cities?

Slide 12 - Carte mentale

Smart cities:
Veel systemen in steden digitaliseren, kost minder energie, dus minder negatieve invloed op het milieu.

Slide 13 - Diapositive

Maken van 2.4
Opdracht 2-5-6 uit WB kan je maken. 

Slide 14 - Diapositive