Woensdag 17 november 2.3

Welkom
Ga rustig zitten. 
Pak alvast je boek, pen en rekenmachine

Je jas is aan de kapstok
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Ga rustig zitten. 
Pak alvast je boek, pen en rekenmachine

Je jas is aan de kapstok

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
- aantal vragen over de vorige les
- uitleg over spaarmotieven, reserveren
- zelfstandig werken

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
je kunt uitleggen wat spaarmotieven zijn
je kunt voorbeelden noemen van spaarmotieven
je weet wat reserveren is
je kunt rekenen met reserveren.

Slide 3 - Diapositive

Debetsaldo betekent dat je in het rood staat
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Johan heeft op dit moment 524 euro op zijn bankrekening staan. Hij koopt een televisie van 435 euro en doet boodschappen voor 125 euro.

Wat wordt het nieuwe banksaldo van Johan? Laat een berekening zien.
En geef aan of het een debet- of creditsaldo is.

Slide 5 - Question ouverte

Een geldautomaat is een automaat waar je kunt betalen.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Tweetallen
Overleg met de persoon die naast je zit, waarom jij zou gaan sparen?

Na twee minuten draai ik driemaal de spinner
timer
2:00

Slide 7 - Diapositive

Spaarmotieven (redenen om te sparen)
- sparen voor een doel
- sparen voor een tegenvaller
- sparen voor de rente

Slide 8 - Diapositive

Rente
Enkelvoudige rente
Samengestelde rente (leg ik nu uit)

Slide 9 - Diapositive

Samengestelde rente
Stel je hebt € 5000 op je spaarrekening staan tegen 0.5% rente. Hoeveel staat er na 2 jaar op je spaarrekening?
Jaar
saldo 1 januari
Rente
saldo 31 december
1
5000
2
3

Slide 10 - Diapositive

Reserveren
Stel je wilt over 2 jaar een auto komen van € 14.367. En je hebt nu € 5000 gespaard. Hoeveel moet je dan per maand aan de kant leggen?

Slide 11 - Diapositive

Reserveren
Stel je wilt over 2 jaar een auto komen van € 14.367. En je hebt nu € 5000 gespaard. Hoeveel moet je dan per maand aan de kant leggen?

14.367 - 5000 : 24 = 390,30 euro

Formule:
(aanschafbedrag - gespaard bedrag - restwaarde) : gebruiksduur
Schrijf dit op

Slide 12 - Diapositive

Zelfstandig werken
Maken paragraaf 2.3

Slide 13 - Diapositive